Insecticide BIO 1020® Insecticide
Algemeen
BIO 1020 bestaat uit gekookte rijstkorrels die teruggedroogd zijn en waarop de schimmel Metarhizium anisopliae geënt is. Deze rijstkorrels kunnen door de potgrond worden gemengd of ingewerkt door de bodem in vollegrondsteelten om daar eitjes, larven, poppen en jonge stadia van de taxuskever te bestrijden. Daar waar het insect in contact komt met de schimmel vindt infectie plaats waardoor het insect sterft.
De werking is een contactwerking van de schimmel op het insect. Bij contact met een waardinsect hecht de spore zich vast op het oppervlak, begint te kiemen en dringt door de cuticula het insect binnen. In de haemocoel worden gistachtige sporen gevormd, waarmee de schimmel zich verder door het insect verspreidt en organen aantast. Het insect verzwakt en sterft. De ontwikkeling gaat bij hoge temperaturen sneller dan bij lagere. Bij de gegroefde lapsnuitkever duurt deze bovenbeschreven cyclus 7 dagen bij 25°C en 21 dagen bij 15°C.
Metarhizium anisopilae is een insectenpathogene schimmel en heeft een brede waardreeks van insecten behorende tot Coleoptera, Elateridae en de Curculionidae, maar ook Lepidoptera en Diptera.
Voor de stam F52 is de gegroefde lapsnuitkever (Otiorhynchus sulculatus) de belangrijkste waard. M.anisopliea kan alle stadia in de levenscyclus van de gevoelige insecten (ei, larve poppen en volwassenen) aantasten. Tevens is in proeven vastgesteld dat een bodembehandeling met BIO1020 effectief is ter bestrijding van de poppen van tripsen (die in de bodem verblijven), larven van de pioenboorder en de varenrouwmug.
TOEGELATEN IN – PROFESSIONEEL GEBRUIK
Fruitgewassen
Klein Fruit:
- Aardbei
- Bessen: aalbes rood, wit en zwart, kruisbes, blauwe bes Vaccinium corymbosum; inclusief (blauwe) bosbes, veenbes incl. cranberry (Vaccimium macrocarpum = grote veenbes) en Rode bosbes (=vossebes), moerbei, rozenbottel, kiwibes, vlierbes appelbes (Aronia) duindoorn en overige bessen
- Druif
- Braam- en framboosachtigen: braam, framboos inclusief taybes en Japanse wijnbes, dauwbramen, loganbes, boysenbes en kruipbraam
Sierteeltgewassen
- Bloemisterijgewassen: potplanten inclusief eenjarige perkplanten, snijbloemen inclusief zomerbloemen, droogbloemen, bolbloemen en knolbloemen, trekheesters, snijgroen
- Boomkwekerijgewassen: laanbomen, klimplanten, rozen inclusief onderstammen en buitenrozen, coniferen, sierheesters, kerstbomen, heide soorten, bos- en haagplantsoen, vruchtbomen en -struiken inclusief vruchtboomonderstammen
- Vaste plantenteelt
- Houtige beplanting: laan- en perkbomen, windsingels, -schermen en –hagen, overige houtige beplantingen, bosplantsoen en wegbeplanting
Overige
- Kruidachtige beplanting
TOEGELATEN IN - NIET PROFESSIONEEL GEBRUIK
Fruitgewassen
- Aardbei
- Bessen: aalbes rood, wit en zwart, kruisbes, blauwe bes Vaccinium corymbosum; inclusief (blauwe) bosbes, veenbes incl. cranberry (Vaccimium macrocarpum = grote veenbes) en Rode bosbes (=vossebes), moerbei, rozenbottel, kiwibes, vlierbes appelbes (Aronia) duindoorn en overige bessen
- Druif
- Braam- en framboosachtigen: braam, framboos inclusief taybes en Japanse wijnbes, dauwbramen, loganbes, boysenbes en kruipbraam
Sierteeltgewassen
- Sierbeplanting
- Kamerplanten
- Kuipplanten
Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Geen
Overige informatie
Indien bij verpotten de oude wortelkluit niet met BIO1020 is behandeld, kan de werking tegenvallen. Het verdient dan ook de voorkeur om de potkluit bij het verpotten eerst uit te schudden en vanaf het begin van de opkweek van gevoelige gewassen met behandelde potgrond te werken.
Negatieve beïnvloeding van de werking
Extreem natte omstandigheden zijn negatief voor de werking. Normaal gieten beïnvloedt de werking niet.
Onder de 15°C kan BIO1020 wel worden toegepast. Het mycelium en de sporen blijven vitaal, maar de sporulatie en de infectie van de verschillende stadia van de taxuskever of gegroefde lapsnuitkever nemen dan af. Boven de 35°C neemt de vitaliteit van het mycelium en de sporen af.
Overige bijzonderheden
De rijstkorrels goed door de potgrond mengen. Op de rijstkorrels zijn schimmelweefsel en sporen aanwezig. Het middel blijft in de bodem minimaal een heel seizoen werkzaam tegen alle stadia van de gegroefde lapsnuitkever of taxuskever met betrekking tot de volwassen kevers. In het tweede jaar neemt de werking langzaam af. De meest optimale werking wordt verkregen bij temperaturen tussen de 15° en 30° C.
Ongeopende verpakkingen kunnen 12 maanden bij kamertemperatuur worden bewaard. Bewaring bij 4°C verlengt de houdbaarheid met 6 maanden.
Geopende verpakkingen dienen zo snel mogelijk na opening verwerkt te worden.