Producten

Acaricide Cantack®

Toepassingsvoorwaarden

Driftreducerende maatregelen

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van appel, peer, kers en pruim in percelen die grenzen aan oppervlaktewater vóór 1 mei en in het najaar vanaf het moment van 50% bladval uitsluitend toegestaan indien op het gehele perceel gebruikt gemaakt wordt van een techniek uit tenminste de klasse DRT90.

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur) van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.
In de teelt van rozen, ficus en potroos kan, afhankelijk van de cultivar, een gewasreactie optreden.
Draag geschikte handschoenen bij werkzaamheden aan behandeld gewas.
Resistentiemanagement
Dit middel bevat de werkzame stof Acequinocyl. Acequinocyl behoort tot de complex III elektronentransport remmers. De IRAC code is 20B.
Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement dient u de adviezen die gegeven worden in de
voorlichtingsboodschappen, op te volgen.
In de teelt van appel, peer, kers, pruim, komkommer, aubergine en tomaat het middel toepassen in 1000 liter water per ha.
In de teelt van bessen, braam- en framboos-achtigen het middel alleen na de oogst (BBCH 90-93) toepassen.
In de veredeling en zaadteelt het middel toepassen in 200 tot 1200 liter water per ha.
Voor op- en zijwaartse toepassingen in de onbedekte teelt is gebruik uitsluitend toegestaan door middel van daartoe geëigende apparatuur, te weten een
machinaal voortgetrokken spuit, omdat gezondheidseffecten niet zijn uit te sluiten bij toepassing met een handspuitapparatuur.

Bij veldtoepassing in bessen, braam- en framboosachtigen is uitsluitend neerwaartse bespuiting toegestaan.

Gevoeligheid gewassen

Gezien het grote aantal variëteiten en de wisselende teeltomstandigheden van bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen en vaste planten is het onmogelijk de gewasverdraagzaamheid voor alle situaties te onderzoeken. Als er nog geen ervaring is opgedaan met dit middel dient eerst een proefbespuiting te worden uitgevoerd om de verdraagzaamheid van het gewas te testen.

In de teelt van rozen, ficus en potroos kan, afhankelijk van de cultivar, gewasreactie optreden.

Overige bijzonderheden

Effecten op nuttige insecten
De classificatie van Cantack in onderstaande tabel is bij direct raken van de nuttige insecten. Cantack is zeer veilig voor nuttige insecten en kan uitstekend worden toegepast in geïntegreerde teeltsystemen en in combinatie met nuttigen. Cantack is veilig voor bijen en hommels en kan derhalve zowel voor, tijdens als na de bloei worden toegepast.

Nuttig insect Classificatie  
Anthocoris spp.  
Amblyseius cucumeris   
Amblyseius swirskii  
Aphidius spp.  
Chrysoperla carnea   
Coccinellidae   
Dacnusa sibrica 
Diglyphus isea 
Encarsia formosa   
Eretmocerus spp.   
Feltiella acarisuga   
Macrolophus caliginosus   
Orius spp.   
Phytoseiulus persimilis   
Typhlodromus pyri   
        veilig 
  licht schadelijk
  matig schadelijk
 

schadelijk

Disclaimer:
De hier weergegeven classificatie is opgesteld aan de hand van nationale en internationale werkingsproeven en praktijkervaringen en zijn gebaseerd op de in Nederland geregistreerde toepassingsdosering. Omdat de weerssituatie, gewasontwikkeling en de spuittechniek mede van invloed zijn, kunnen aan deze lijst geen rechten worden ontleend.

Voorkomen emissie
Om emissie naar grond- en oppervlaktewater te voorkomen, adviseert Bayer Crop Science om machines waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast overdekt te stallen en te reinigen op een was- en spoelplaats met een opvangmogelijkheid voor verontreinigde vloeistoffen. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen die niet over het laatst bespoten perceel kunnen worden uitgereden in een Phytobac® (of gelijkwaardige methode) om onnodige milieubelasting te voorkomen.
Raadpleeg de Toolbox Emissiebeperking voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beperken.
Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewas- of ruimtebehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd en er in kassen gedurende 2 uur geventileerd is. Tijdens gewaswerkzaamheden en oogsten/snijden gedurende 14 dagen na de toepassing geschikte beschermende kleding en handschoenen dragen. Tijdens sorteren en verpakken geschikte handschoenen en lange mouwen dragen indien binnen 14 dagen na de toepassing is geoogst.
Opslagconditie
Het is gebleken, dat de formulering van Cantack gevoelig is voor hogere temperaturen. Als de temperatuur in de fles oploopt boven de 35° C kan er aan de binnenkant van de verpakking een roze film ontstaan. Alhoewel dit op zich geen invloed heeft op de kwaliteit van het product (gehalte actieve stof, verwerking e.d.), adviseren we toch om Cantack niet op te slaan en/of te vervoeren als de temperatuur in de verpakking op kan lopen tot 35° C.
H&P zinnen
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
H317:
Kan een allergische huidreactie veroorzaken.
H373:
Kan schade aan organen (bloed) veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling.
H410:
Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
P101:
Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden.
P102:
Buiten het bereik van kinderen houden.
P103:
Alvorens te gebruiken, het etiket lezen.
P260:
Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen
P280C:
Draag beschermende handschoenen en beschermende kleding.
P284:
Adembescherming dragen.
P314:
Bij onwel voelen een arts raadplegen.
P501:
Inhoud/verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. Zie STORL
Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.