Producten

Fungicide InFinito®

Infinito is een fungicide met preventieve, curatieve en lokaal-systemische eigenschappen op basis van de werkzame stoffen fluopicolide en propamocarb-hydrochloride. Infinito beschermt in aardappel tegen blad-, stengel- en knolphytophthora.

Om de werking van Infinito optimaal te benutten dient het middel preventief te worden ingezet. Zichtbare infecties worden niet afdoende bestreden.

Toepassingen

Aardappelen (consumptie-, zetmeel- en pootaardappelen),

Ter voorkoming van aantasting door de aardappelziekte (Phytophthora infestans).

Phytophthora in aardappelen heeft afgelopen jaar ongekend hard toegeslagen.

Mede door resistentieontwikkeling van CAA’s (FRAC groep 40)  en OSBPI middelen (FRAC groep 49) tegen belangrijke isolaten, is de uitgangssituatie voor 2024 slecht te noemen.
Om de aardappelziekte vanaf dit seizoen beter beheersbaar te houden zijn er door de Taskforce Phytophthora een aantal dringende adviezen geformuleerd.

  • Handel zoveel mogelijk preventief.
  • Maak geen gebruik meer van blokbespuitingen maar wissel middelen altijd af
  • Zet steeds minimaal 2 actieve stoffen in met een verschillend werkingsmechanisme.
  • Maak bij voorkeur gebruik van een Beslissing Ondersteunend Systeem (BOS).

Infinito is een combinatie van fluopicolide (FRAC groep 43) en propamocarb-HCL (FRAC-groep 28). Infinito heeft daardoor al een ingebouwd resistentiemanagement.

Het werkt tegen alle isolaten en levert een belangrijke bijdrage leveren in de strijd tegen Phytophthora infestans. Dat moet zo blijven en daarom is een verstandige inzet belangrijk.
Advisering 2024:

  • 1,2 L/ha Infinito + 1 L/ha Robbester.
  • Bij hoge druk de dosering Infinito verhogen naar 1,6 L/ha en eventueel 0,2 kg/ha Curzate Partner toevoegen.
  • FRAC adviseert Infinito maximaal 4 keer per seizoen toe te passen met max 2 achtereenvolgende bespuitingen. Steeds afwisselen (alterneren) met andere middelen verdient echter de voorkeur.
  • Gebruik maximaal 6,4 L/ha Infinito per teelt.
Volg naast de adviezen vanuit de Taskforce Phytophthora ook de voorschriften voor resistentiemanagement op de FRAC site.

Sla (Lactuca spp.)

Ter bestrijding van valse meeldauw (Bremia lactucae). Een behandeling uitvoeren zodra er kans op aantasting is. Indien nodig een volgende behandeling uitvoeren met een interval van minimaal 10 dagen afhankelijk van de weersomstandigheden en de ziektedruk. Bij hoge ziektedruk is afwisseling met een ander middel noodzakelijk om een sluitend spuitschema te houden. Maximaal 2 keer per teelt toepassen.
Dosering: 1,6 liter per hectare

Spinazie

Ter bestrijding van wolf (Peronospora farinosa). Een bespuiting preventief uitvoeren of vanaf het verschijnen van de eerste symptomen. Indien nodig een volgende behandeling uitvoeren met een interval van minimaal 10  dagen afhankelijk van de weersomstandigheden en de ziektedruk. Bij hoge ziektedruk is afwisseling met een ander middel noodzakelijk om een sluitend spuitschema te houden. Maximaal 2 keer per teelt toepassen.
Dosering: 1,6 liter per hectare

Rucola

Ter bestrijding van valse meeldauw (Bremia lactucae). Een behandeling uitvoeren zodra er kans op aantasting is. Indien nodig een volgende behandeling uitvoeren met een interval van minimaal 10  dagen afhankelijk van de weersomstandigheden en de ziektedruk. Maximaal 2 keer per teelt toepassen.
Dosering: 1,6 liter per hectare

Sjalot, bosui en knoflook

Ter bestrijding van valse meeldauw (Peronospora destructor). Een behandeling uitvoeren zodra er kans op aantasting is. Indien nodig een volgende behandeling uitvoeren met een interval van minimaal 7 dagen afhankelijk van de weeromstandigheden en de ziektedruk. Maximaal 3 keer per teelt toepassen.
Dosering: 1,6 liter per hectare
In de teelt van sjalot, bosui en knoflook dient Infinito verspoten te worden met een volume van 200-800 L water /ha.

Sluitkoolachtigen, bloemkoolachtigen en koolrabi

Ter bestrijding van valse meeldauw (Peronospora parasitica) en witte roest (Albugo candida). Een behandeling uitvoeren zodra er kans op aantasting is. Indien nodig een volgende behandeling uitvoeren met een interval van 14 dagen. Maximaal 3 keer per teelt toepassen.
Dosering: 1,6 liter per hectare

Boerenkool

Ter bestrijding van witte roest (Albugo candida). Een behandeling uitvoeren zodra er kans op aantasting is. Indien nodig een volgende behandeling uitvoeren met een interval van 14 dagen. Maximaal 3 keer per teelt toepassen.
Dosering: 1,6 liter per hectare

Prei

Ter bestrijding van valse meeldauw (Peronospora destructor) en papiervlekkenziekte (Phytophthora porri). Een behandeling uitvoeren zodra er kans op aantasting is. Indien nodig een volgende behandeling uitvoeren met een interval van 14 tot 21 dagen. Maximaal 3 keer per teelt toepassen.
Dosering: 1,6 liter per hectare
In de teelt van prei dient Infinito verspoten te worden met een volume van 200-800 l/ha water.

Aromatische kruidgewassen

Ter bestrijding van valse meeldauw (Bremia lactucae). Een behandeling uitvoeren zodra er kans op aantasting is. Indien nodig een volgende behandeling uitvoeren met een interval van minimaal 10 dagen afhankelijk van de weersomstandigheden en de ziektedruk. Maximaal 2 keer per teelt toepassen.
Dosering: 1,6 liter per hectare

Incarvillea

Ter bestrijding van aardappelziekte (Phytophthera infestans). Een behandeling uitvoeren zodra er kans op aantasting is. Indien nodig een volgende behandeling uitvoeren met een interval van minimaal 7 dagen afhankelijk van de weeromstandigheden en de ziektedruk. Maximaal 3 keer per teelt toepassen.
Dosering: 1,6 l/ha
In de teelt van incarvillea dient Infinito verspoten te worden met een volume van 200-800 l water/ha.

 

Residuen volgteelten

Afhankelijk van de afbraaksnelheid van een middel kan het voorkomen dat een middel met systemische eigenschappen kan worden teruggevonden in een volgende teelt. Lage hoeveelheden van de actieve stof die zijn achtergebleven in de bodem kunnen dan systemisch worden opgenomen in een volgende teelt en bij de oogst in de residu-analyse worden gemeten. Als dit risico aanwezig is, wordt een MRL voor volggewassen vastgesteld. Deze MRL’s dekken qua hoogte niet een gebruik af in de betreffende teelt maar zorgen er voor dat het geoogste product in het handelsverkeer mag worden gebracht. Is er een registratie in de teelt dan ligt in het algemeen de MRL op een veel hoger niveau omdat deze MRL het gebruik in de betreffende teelt afdekt.

De actieve stof fluopicolide die in Infinito zit breekt niet snel af in de bodem en is bovendien systemisch. Om deze reden zijn voor veel teelten waar geen reguliere MRL aanwezig is vanuit een registratie in de betreffende teelt, MRL’s voor volgteelten vastgesteld. Dit geldt voor de meeste volgteelten waar een risico op een residu als gevolg van een voorgaande teelt aanwezig is met uitzondering van blauwmaanzaad, ginseng en zonnehoed. Voor de actuele stand ten aanzien van de beschikbare MRL’s voor fluopicolide, zie de EU Pesticide database.