Fungicide Previcur® Energy Fungicide
Previcur Energy is een systemisch werkend fungicide en bevat als werkzame stoffen propamocarb en fosetyl die zowel door het blad als door het wortelstelsel worden opgenomen.
Propamocarb heeft een directe werking tegen de schimmel door remming van de groei van het mycelium. Bovendien worden de zoösporen (zwermsporen) van de schimmel gedood en wordt de sporenvorming en daarmee de verspreiding van de schimmel sterk geremd. Fosetyl zet de vorming van afweerstoffen (fyto-alexines) in gang, waardoor er in de plant een zelfverdedigingsproces op gang komt. De schimmel is dan niet meer in staat de plant binnen te dringen. Door beide actieve stoffen, met elk een eigen werkingsmechanisme, te combineren wordt resistentie voorkomen.
Previcur Energy heeft een specifieke werking tegen schimmels uit de groep van de Oömyceten zoals Pythium, Phytophthora en valse meeldauw. Previcur Energy stimuleert de groeiprocessen in de plant, heeft daardoor een positief gewaseffect en geeft een groeistimulans.
Aanvullende aanbevelingen gewassen
Vruchtgroenten van Cucurbitaceae met eetbare schil en niet eetbare schil (bedekte substraatteelt)
Het middel dient bij de wortels te worden toegepast. Een behandeling uitvoeren bij het uitplanten of bij een beginnende aantasting. De behandeling eventueel herhalen. In verband met de kans op fytotoxicteit in de eerste 10 dagen na het uitplanten maximaal 1 liter per hectare gebruiken.
Vruchtgroenten van Solanaceae
Het middel dient bij de wortels te worden toegepast. Een behandeling uitvoeren bij het uitplanten of bij een beginnende aantasting. De behandeling eventueel herhalen.
Radijs
Een behandeling uitvoeren in het kiembladstadium. Indien nodig de behandeling herhalen als het gewas 2 echte blaadjes heeft.
Het gebruik in de bedekte teelt van sla; Lactuca spp., in de opkweek van sluitkoolachtigen en bloemkoolachtigen, en in de teelt van aromatische kruidgewassen is beoordeeld conform de “vereenvoudigde uitbreidingsprocedure”. Er is voor deze toepassing/en geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren voordat het middel gebruikt wordt. Het risico voor het gewas bij gebruik van dit middel in dit/deze toepassingsgebied/en valt onder verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Het gebruik in de teelt van sierkool, Euphorbia, anemoon, Lisianthus, lelie, Delphinium, Echinops, Helichrysum, zonnebloemen, rozen, Buddleja, Veronica, Iberis, Gaillardia, Parthenocissus, Vitis, Viola, Galium, Geranium, Hebe, zaadteelt van lijsterbes en van bloemisterijgewassen, de veredelingsteelt en bedekte zaadteelt van overige akkerbouw- groenten- en bloemisterijgewassen is op basis van een “derdenuitbreiding”. Deze “derdenuitbreiding” is aangevraagd door de Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen. Er is voor deze toepassing/en geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren voordat het middel gebruikt wordt. Het risico voor het gewas bij gebruik van dit middel in dit/deze toepassingsgebied/en valt onder verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Het gebruik in de teelt van aardbei (opkweek & vermeerderingsteelt), witlof (trekteelt), vruchtgroenten van Cucurbitaceae - niet-eetbare schil, de
onbedekte teelt van bloembollen en bloemknollen, de bedekte teelt van bolbloemen en knolbloemen, de bedekte (grondgebonden) en onbedekte teelt van bloemisterijgewassen, de bedekte teelt van coniferen, de bedekte teelt van sierheesters, de bedekte teelt van bos- en haagplantsoen en de vaste plantenteelt is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze toepassing/en geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren voordat het middel gebruikt wordt. Het risico voor het gewas bij gebruik van dit middel in dit/deze toepassingsgebied/en valt onder verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Aardbeien (opkweek en vermeerderingsteelt)
Dompelbehandeling:
De planten kort voor het uitplanten gedurende 15 minuten dompelen waarbij voorkomen dient te worden dat het dompelbad vervuilt. In dat geval dient het bad ververst te worden. Na iedere dompeling de verloren gegane vloeistof aanvullen met een oplossing van de normale sterkte (0,3%). Voor elke dompeling het bad goed roeren.
Aangietbehandeling/druppelbehandeling:
Direct na het uitplanten en vastregenen een aangiet- of druppelbehandeling uitvoeren ter bestrijding van roodwortelrot.
Sluitkool- en bloemkoolachtigen (bedekte opkweek)
Een aangietbehandeling uitvoeren 1 dag na zaaien en de behandeling eventueel na 7-10 dagen herhalen.
Bolbloemen en knolbloemen
Let op: De ervaringen met dit middel in de teelt van bolbloemen en knolbloemen zijn nog beperkt. Voer altijd eerst een proefbehandeling uit om vast te stellen of het gewas een behandeling met dit middel verdraagt.
Dompelbehandeling
De bollen/knollen voor het planten gedurende een periode van tenminste 15 minuten dompelen.
Potgrondbehandeling:
Het middel voor het planten over de te behandelen potgrond spuiten en gelijkmatig door de potgrond mengen.
Aangietbehandeling (bedekte teelt)
Een aangietbehandeling uitvoeren ter bestrijding van wortelrot zodra een aantasting verwacht wordt. De behandeling dient te worden uitgevoerd op vochtige grond. Na de behandeling direct beregenen, zodat het op het blad achtergebleven product wordt afgeregend en het middel in de wortelzone kan doordringen.
Toevoegen aan proceswater:
Bij het opzetten van de teelt Previcur Energy aan het water toevoegen.
Onbedekte teelt van bloemisterijgewassen (gewasbehandeling)
Zodra aantasting wordt verwacht twee bespuitingen uitvoeren met een interval van zeven tot tien dagen. Daarna overgaan op een preventief spuitschema met andere middelen.
De zaadteelt van lijsterbes en bloemisterijgewassen bestemd voor de bedekte teelt
De toepassing dient direct voor het zaaien plaats te vinden op gestratificeerd zaad (mengsel van zaad en zand), bij voorkeur in een mengtrommel.
De veredelingsteelt en bedekte zaadteelt van overige akkerbouw-, groenten- en bloemisterijgewassen
Zodra aantasting wordt verwacht twee bespuitingen uitvoeren met een interval van zeven tot tien dagen. Daarna overgaan op een preventief spuitschema met andere middelen.