Producten

Herbicide Sencor® vloeibaar

Toepassingsvoorwaarden

Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van pootaardappelen, consumptie-aardappelen, zetmeelaardappelen en asperge (onbedekte productieteelt), sojaboon, tijdelijk onbeteeld terrein met een teeltverbod vanwege knolcyperus en graszodenteelt uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen.

Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing op percelen die niet grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van de onderstaande driftreducerende maatregelen:

  • in de teelt van consumptie-, zetmeel- en pootaardappelen, asperges (onbedekte productieteelt en opkweek), sojaboon, tijdelijk onbeteeld terrein met een teeltverbod vanwege knolcyperus en graszodenteelt: minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen.
Sencor Vloeibaar kan gewasreacties veroorzaken in wortelen, met name als er veel neerslag valt in de periode rond de toepassing(en). Enige opbrengstderving kan niet worden uitgesloten. Bij spuitoverlap kan schade ontstaan.
Sencor Vloeibaar kan in pootaardappelen reacties in het loof veroorzaken die sterke gelijkenis vertonen met symptomen die door virusinfecties worden veroorzaakt. Dit kan selectiewerk in pootaardappelen bemoeilijken. Ook kan Sencor Vloeibaar opbrengstreducties veroorzaken. Het optreden van reacties in het loof en/of het optreden van opbrengstreducties is rasafhankelijk. Tussen aardappelrassen bestaan verschillen in gevoeligheid voor Sencor Vloeibaar, waardoor Sencor Vloeibaar niet in alle rassen kan worden toegepast.
Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Vervanggewassen 

Bij herinzaai na het mislukken van de teelt kan maïs worden verbouwd, mits een kerende grondbewerking wordt uitgevoerd. Na kerende grondbewerking kunnen wortelen ook worden verbouwd, mits zaai plaatsvindt tenminste 3 maanden na toepassing van Sencor Vloeibaar.

Na de oogst van aardappelen dient een kerende grondbewerking te worden uitgevoerd.
In de graszodenteelt Sencor Vloeibaar toepassen op een gesloten grasmat.
Overige bijzonderheden
Voorkomen emissie
Om emissie naar grond- en oppervlaktewater te voorkomen, adviseert Bayer Crop Science om machines waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast overdekt te stallen en te reinigen op een was- en spoelplaats met een opvangmogelijkheid voor verontreinigde vloeistoffen. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen die niet over het laatst bespoten perceel kunnen worden uitgereden in een Phytobac® (of gelijkwaardige methode) om onnodige milieubelasting te voorkomen.
Raadpleeg de Toolbox Emissiebeperking voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beperken.
Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
H&P zinnen
Bevat {0}. Kan een allergische reactie veroorzaken.
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
H373:
Kan schade aan organen (bloed) veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling.
H410:
Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
P260:
Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen
P273:
Voorkom lozing in het milieu.
P280:

Draag beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming.

P308+P311:
Na (mogelijke) blootstelling: een ANTIGIFCENTRUM/ arts raadplegen
P391:
Gelekte/gemorste stof opruimen
P501:
Inhoud/verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. Zie STORL
Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.