Producten

Insecticide Sivanto® Prime

Toepassingsvoorwaarden

Toepassingsgebied

Maximale dosering (middel) per toepassing

Driftreducerende maatregelen op percelen die grenzen aan oppervlaktewater geldend op het hele perceel

Driftreducerende maatregelen op percelen die niet grenzen aan oppervlaktewater geldend op het hele perceel

Aardappelen

0,5 L/ha

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 150 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens) of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 125 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5

Hop

0,75 L/ha

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT99, of:
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT99, of
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens)

Pitvruchten m.u.v. peer

 

 

0,4 L/ha

Toepassing vóór 1 mei

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT99
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT99

0,4 L/ha

Toepassing vanaf 1 mei

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90

0,6 L/ha

Toepassing vóór 1 mei

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT 99
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT99

 

0,6 L/ha

Toepassing vanaf 1 mei

 

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90

 

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90

0,9 L/ha Toepassing vóór 1 mei

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelsgrens)
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens)

0,9 L/ha

Toepassing vanaf 1 mei

 

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95, of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95, of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie meteenteeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens)

Peer

0,4 L/ha Toepassing vóór 1 mei

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT99
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT99

 

0,4 L/ha Toepassing vanaf 1 mei

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90

0,9 L/ha Toepassing vóór 1 mei

 

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens)

0,9 L/ha

Toepassing vanaf 1 mei

 

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95, of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT95, of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie meteenteeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens)

Druif

0,5 L/ha

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 300 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot of de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie meteenteeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 300 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan tot aan de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie meteenteeltvrije zone van tenminste 450 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens)

Koolgewassen

0,625 L/ha

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 125 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot of de perceelgrens) of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 125 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens) of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5

Bloembol-en bloemknolgewassen (onbedekte teelt)

0,5 L/ha

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 150 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 125 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT97,5

Bloemisterijgewassen (onbedekte teelt)

0,5 L/ha

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 175 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens), of;
  • In geval van handmatige bespuiting (rugspuit/spuitlans) een afschermkap met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 300 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 175 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • In geval van handmatige bespuiting (rugspuit/spuitlans) een afschermkap

Boomkwekerijgewassen (niet grondgebonden onbedekte teelt)

0,5 L/ha

  • In geval van een neerwaartse bespuiting een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 175 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens), of;
  • In geval van handmatige neerwaartse bespuiting (rugspuit/spuitlans) een afschermkap met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 300 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • In geval van een zij-/opwaartse bespuiting:

 

  • Hoge laanbomen:

    een techniek uit tenminste klasse DRT95

     

  • Opzetters en spillen

een techniek uit tenminste klasse DRT90

  • In geval van een neerwaartse bespuiting een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 175 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • In geval van handmatige neerwaartse bespuiting (rugspuit/spuitlans) een afschermkap, of;
  • In geval van een zij-/opwaartse bespuiting:

 

  • Hoge laanbomen:

    een techniek uit tenminste klasse DRT95 in combinatie met een totale teelvrije zone van 500 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens). In deze teeltvrije zone mogen gewassen geteeld worden van tenminste dezelfde hoogte als het te bespuiten gewas, waarin geen gewasbeschermingsmiddelen worden gespoten

     

  • Opzetters en spillen:

Een techniek uit tenminste klasse DRT90 in combinatie met een totale teelvrije zone van 500 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens). In deze teeltvrije zone mogen gewassen geteeld worden van tenminste dezelfde hoogte als het te bespuiten gewas, waarin geen gewasbeschermingsmiddelen worden gespoten

Laanbomen, Klimplanten, Coniferen en Kerstbomen, Sierheesters (incl. rozen), Bos- en haagplantsoen, Vruchtbomen en –struiken (grondgebond en onbedekte teelt)

0,5 L/ha

  • In geval van een neerwaartse bespuiting een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 175 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens), of;
  • In geval van handmatige neerwaartse bespuiting (rugspuit/spuitlans) een afschermkap met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 300 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • In geval van een zij-/opwaartse bespuiting:

 

  • Hoge laanbomen:

    een techniek uit tenminste klasse DRT95

     

  • Opzetters en spillen:

een techniek uit tenminste klasse DRT90

  • In geval van een neerwaartse bespuiting een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 175 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • In geval van handmatige neerwaartse bespuiting (rugspuit/spuitlans) een afschermkap, of;
  • In geval van een zij-/opwaartse bespuiting:

 

  • Hoge laanbomen:

    Een techniek uit tenminste klasse DRT95 in combinatie met een totale teelvrije zone van 500 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens). In deze teeltvrije zone mogen gewassen geteeld worden van tenminste dezelfde hoogte als het te bespuiten gewas, waarin geen gewasbeschermingsmiddelen worden gespoten

     

  • Opzetters en spillen:

Een techniek uit tenminste klasse DRT90 in combinatie met een totale teelvrije zone van 500 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste bomenrij of de laatste boom in de rij tot aan de perceelgrens). In deze teeltvrije zone mogen gewassen geteeld worden van tenminste dezelfde hoogte als het te bespuiten gewas, waarin geen gewasbeschermingsmiddelen worden gespoten

Vaste plantenteelt

(onbedekte teelt)

0,5 L/ha

  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT90 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 175 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens), of;
  • In geval van handmatige bespuiting (rugspuit/spuitlans) een afschermkap met inachtneming van een teeltvrije zone van tenminste 300 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de insteek van de sloot / perceelgrens)
  • Een techniek uit tenminste de klasse DRT75 in combinatie met een teeltvrije zone van tenminste 175 cm (gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij tot aan de perceelgrens), of;
  • In geval van handmatige bespuiting (rugspuit/spuitlans) een afschermkap

 

Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg deskundigen (uw leverancier van natuurlijke vijanden, de producent van dit middel, uw adviseur over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden.

Een toepassing in de teelt van komkommer kan gewasschade tot gevolg hebben.
In vruchtgroenten is de gewasveiligheid in de wintermaanden niet onderbouwd, voer een proefbespuiting uit voor  het middel op grote schaal toegepast wordt.

In bloemisterijgewassen kan enige tijdelijke gewasschade optreden. Gezien het grote aantal variëteiten en de wisselende teeltomstandigheden van bloemisterijgewassen is het onmogelijk de gewasverdraagzaamheid voor alle situaties te onderzoeken. Als er nog geen ervaring is opgedaan met dit middel wordt aangeraden om eerst een proefbespuiting uit te voeren om de verdraagzaamheid van het gewas te testen.


Om de vogels te beschermen moet Sivanto Prime in sla (onbedekte teelt) worden toegepast met minimaal 500 L water/ha, indien het wordt toegepast vanaf kropvorming of oogstbare gedeelte (BBCH 41 – 49). De concentratie van de werkzame stof in de spuitvloeistof mag niet meer dan 0,025 kg a.s./hL zijn.
Om het grondwater te beschermen mag dit product in onbedekte teelten niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Om het grondwater te beschermen mag dit middel in de onbedekte teelt van bloembol-en bloemknolgewassen niet worden gebruikt in de periode van 1 september tot 1 maart en wanneer minder dan 60% van het bodemoppervlak bedekt is.

Om het grondwater te beschermen mag dit middel in de onbedekte teelt van bloemisterijgewassen, laanbomen, klimplanten, coniferen en kerstbomen, sierheesters (incl. rozen), bos- en haagplantsoen, vruchtbomen en -struiken en vaste plantenteelt niet worden gebruikt wanneer minder dan 60% van het bodemoppervlak bedekt is.

Om het grondwater te beschermen mag dit middel in de grondgebonden bedekte teelt van snijbloemen, trekheesters, snijgroen niet worden gebruikt wanneer minder dan 70 % van het bodemoppervlak bedekt is.

Bij mechanische opwaartse veldtoepassing in hop dienen handschoenen en beschermende kleding gedragen te worden.
Bij handmatige opwaartse veldtoepassing dienen handschoenen en beschermende kleding gedragen te worden
Sivanto Prime bevat de werkzame stof flupyradifurone die behoort tot de butenoliden.
De IRAC code is 4D.Bij dit product bestaat er kans op resistentieontwikkeling. In het kader van resistentiemanagement wordt aangeraden om af te wisselen met producten met een ander werkingsmechanisme. Elke insectenpopulatie kan individuen bevatten die van nature resistent zijn tegen dit insecticide en andere groep 4D-insecticiden. Als deze herhaaldelijk worden gebruikt, kunnen de resistente individuen uiteindelijk de plaaginsecten populatie domineren. Om de ontwikkeling van resistentie te vertragen:
• Vermijd exclusief herhaald gebruik van insecticiden uit dezelfde IRAC* groep subgroep.
• Wissel af met producten van andere IRAC* groepen.
• Integreer andere bestrijdingsmethoden (chemisch, cultureel, biologisch) in programma’s om insecten te bestrijden.
 
Neem voor meer informatie over resistentiemanagement contact op met uw adviseur.
* IRAC = Insecticide Resistance Action Committee
Klaarmaken spuitoplossing: het is van belang om bij het aanmaken van de spuitvloeistof voldoende water te gebruiken en sterk geconcentreerde oplossingen te vermijden.
Klaarmaken spuitoplossing: het is van belang om bij het aanmaken van de spuitvloeistof voldoende water te gebruiken en sterk geconcentreerde oplossingen te vermijden. In verband met de oplosbaarheid van Sivanto Prime wordt het ontraden om concentraties aan te maken die > 25 mL Sivanto Prime bevatten op 1L water, dit kan oplossingsproblemen geven met verstopping tot gevolg.
Planten, substraten en ander niet plantaardig materiaal kunnen resten van gewasbeschermingsmiddelen vasthouden. Om het milieu te beschermen, moet voorkomen worden dat deze resten in het milieu terecht komen. Daarom is het nodig dat, voor het afvoeren, de gebruikte planten, substraten en ander niet plantaardig materiaal zo bewaard worden (afgedekt op een waterondoorlatend oppervlak) zodat actieve stoffen niet in het milieu terechtkomen (bijvoorbeeld door regenval), om grond- en oppervlaktewater te beschermen.
De actieve stof van Sivanto Prime kan opgenomen worden in volggewassen. Na toepassing van Sivanto Prime wordt aangeraden om 1 jaar te wachten voordat Chinese kool in hetzelfde perceel wordt geteeld.
Gezien het grote aantal variëteiten en de wisselende teeltomstandigheden van bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen, vaste planten en bloembollen is het onmogelijk de gewasverdraagzaamheid voor alle situaties te onderzoeken. Als er nog geen ervaring is opgedaan met dit middel dient eerst een proefbespuiting te worden uitgevoerd om de verdraagzaamheid van het gewas te testen.
Overige bijzonderheden

Effecten op nuttige insecten
De classificatie van Sivanto Prime in onderstaande tabel is bij direct raken van de nuttige insecten. Sivanto Prime past uitstekend in een geïntegreerd systeem en is veilig voor de meeste nuttige insecten. Met name bij roofwantsen kan een effect op de populatie zichtbaar zijn.

Nuttig insect Classificatie  
Anthocoris spp.  
Amblyseius cucumeris   ?
Amblyseius swirskii  
Aphidius spp.  
Chrysoperla carnea 
Coccinellidae 
Dacnusa sibrica  ?
Diglyphus isea
Encarsia formosa   
 Epysyrphus balteatus  
Eretmocerus spp. 
Feltiella acarisuga  ?
Macrolophus caliginosus 
Orius spp. 
Phytoseiulus persimilis   
Typhlodromus pyri   

        veilig 
  licht schadelijk 
  matig schadelijk
  schadelijk

Disclaimer:
De hier weergegeven classificatie is opgesteld aan de hand van nationale en internationale werkingsproeven en praktijkervaringen en zijn gebaseerd op de in Nederland geregistreerde toepassingsdosering. Omdat de weerssituatie, gewasontwikkeling en de spuittechniek mede van invloed zijn, kunnen aan deze lijst geen rechten worden ontleend.

Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
H&P zinnen
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
H317:
Kan een allergische huidreactie veroorzaken.
H319:
Veroorzaakt ernstige oogirritatie.
H332:
Schadelijk bij inademing.
H373:
Kan schade aan organen (spieren) veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling.
H410:
Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
P280:

Draag beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming.

P304 + P340:
NA INADEMING: de persoon in de frisse lucht brengen en ervoor zorgen dat deze gemakkelijk kan ademen.
P308+P311:
Na (mogelijke) blootstelling: een ANTIGIFCENTRUM/ arts raadplegen
P391:
Gelekte/gemorste stof opruimen
P501:
Inhoud/verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. Zie STORL
Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.