Producten

Fungicide Teldor®

Toepassingsvoorwaarden

Driftreducerende maatregelen 

In de onbedekte teelt van kersen en pruimen met dien verstande:

  • dat de toepassing vóór 1 mei langs watergangen uitsluitend is toegestaan indien:
    • gespoten wordt met een tunnelspuit en met maximaal 900 l spuitvloeistof per ha.
    • het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang verspoten wordt met een venturidop waarbij de laatste bomenrij éénzijdig van de watergang bespoten dient te worden en maximaal 950 liter spuitvloeistof per ha wordt gebruikt. 
  • dat de toepassing ná 1 mei langs watergangen uitsluitend is toegestaan indien:
    • gespoten wordt met een tunnelspuit.
    • het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang verspoten wordt met een venturidop waarbij de laatste bomenrij éénzijdig van de watergang bespoten dient te worden.
    • de bespuiting sensor gestuurd wordt uitgevoerd en er maximaal 650 liter spuitvloeistof per ha wordt gebruikt.
    • de laatste bomenrij éénzijdig wordt bespoten en er maximaal 550 liter water per ha wordt gebruikt.
    • gespoten wordt met een emissiescherm van minimaal 2,5 m hoog en maximaal
      800 liter spuitvloeistof per ha wordt gebruikt.
    • gespoten wordt met een dwarsstroomspuit met reflectiescherm en max. 700 liter spuitvloeistof per ha wordt gebruikt.
    • er een 6 meter teeltvrije zone is en maximaal 850 liter spuitvloeistof wordt gebruikt.
Resistentiemanagement
Om de kans op het optreden van verminderde gevoeligheid te beperken, is het aan te bevelen Teldor af te wisselen met andere voor de bestrijding van Botryotinia fuckeliana toegelaten middelen met een ander werkingsmechanisme.
Overige bijzonderheden
Voorkomen emissie
Om emissie naar grond- en oppervlaktewater te voorkomen, adviseert Bayer Crop Science om machines waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast overdekt te stallen en te reinigen op een was- en spoelplaats met een opvangmogelijkheid voor verontreinigde vloeistoffen. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen die niet over het laatst bespoten perceel kunnen worden uitgereden in een Phytobac® (of gelijkwaardige methode) om onnodige milieubelasting te voorkomen.

Schoon uit de kas:
Gewasbeschermingsmiddelen die in bedekte teelt worden toegepast kunnen het oppervlaktewater verontreinigen indien recirculatiewater of andere waterstromen uit de kas (o.a. condenswater, filterspoelwater, drain na doorsteken van de matten) direct of indirect op het oppervlaktewater worden geloosd.

BCS adviseert bij gebruik van alle gewasbeschermingsmiddelen om deze waterstromen zoveel mogelijk te hergebruiken, maar voor lozing altijd te zuiveren. Streef ernaar om tussen toepassing en lozing een wachttijd van 2 weken te respecteren. Zuivering kan bijvoorbeeld met behulp van koolstoffilters, waterstofperoxide, lage en/of hoge druk UV of combinaties hiervan worden gedaan. Indien water voor lozing met een koolstoffilter wordt gereinigd, wordt gemiddeld meer dan 85% van de resterende actieve stof gebonden tot een filter-levensduur van 20.000 BVT (bed volumina treated).
Voor een optimale inzet van diverse zuiveringstechnieken wordt nog onderzoek gedaan.

Raadpleeg de Toolbox Emissiebeperking voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beperken.
Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewas- of ruimtebehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd en er in kassen gedurende 2 uur geventileerd is. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen
H&P zinnen
Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen.
H411:
Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
P280:

Draag beschermende handschoenen/ beschermende kleding/ oogbescherming/ gelaatsbescherming.

P501:
Inhoud/verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. Zie STORL
Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt.