Fungiciden

Fandango®

Fungicide in de teelt van uien en granen.

Werkzame stoffen

100 g/l fluoxastrobine

100 g/l prothioconazool

Fandango is een fungicide op basis van de werkzame stoffen fluoxastrobine en prothioconazool. Fluoxastrobine behoort tot de groep van de strobilurinen, prothioconazool behoort tot de groep van de triazolen.
Fandango heeft in uien een hele goede werking tegen valse meeldauw en bestrijdt daarnaast ook bladvlekken, Stemphylium en papiervlekken.

UIEN
Fandango dient te worden toegepast in een preventief behandelingsschema. In verband met de kans op gewasreactie dient de eerste behandeling met Fandango plaats te vinden nadat bolvorming zichtbaar is geworden. Volgende behandelingen uitvoeren met een interval van 5-10 dagen. De lengte van het interval en de dosering zijn afhankelijk van ziektedruk en weersomstandigheden. Er mogen 2 behandelingen per seizoen worden uitgevoerd. Fandango-behandelingen afwisselen met een middel met een ander werkingsmechanisme. De adviesdosering is Fandango 1,25 l/ha.
Fandango heeft een sterk 'greening-effect'. Hierdoor blijven uien langer gezond. Dit komt de opbrengst ten goede en geeft een betere huidkwaliteit, terwijl het strijken van het loof en de afrijping van de ui niet worden vertraagd.

Hulpstoffen
Omdat Fandango een EC formulering is, is toevoeging van hulpstoffen vaak niet nodig. Bij scherp weer wordt toevoeging van hulpstoffen ontraden.

Mengingen
Fandango is mengbaar met pyrethoïden (bijvoorbeeld Decis) of bladmeststoffen (zoals Human 15 of TopTrace). Fandango niet mengen met twee of meer overige middelen (hulpstoffen, insecticiden, herbiciden, meststoffen, etc.).

WINTER- EN ZOMERGERST
Bij de aanwezigheid van symptomen een behandeling uit voeren vanaf tweede knoop voelbaar tot het in de aar komen (BBCH 32-55). Indien nodig de behandeling herhalen.

WINTER- EN ZOMERTARWE EN TRITICALE
• Voetziekte: bij de aanwezigheid van symptomen een behandeling uitvoeren vanaf begin strekking tot tweede knop voelbaar (BBCH 30-32).
• Bladziekten: bij de aanwezigheid van symptomen een behandeling uitvoeren vanaf tweede knop voelbaar tot het in de aarkomen (BBCH 32-55). Indien nodig de behandeling herhalen.
• Aarziekten: een behandeling uitvoeren vanaf het in de aar komen tot einde bloei (BBCH 55-69).

Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding
Na een gewasbehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd. Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen.

ATTENTIE
Voorkom normoverschrijdingen van de actieve stof fluoxastrobin in het oppervlaktewater.

VOORKOMEN EMISSIE
Raadpleeg de “Toolbox Emissiebeperking” op www.toolboxwater.nl voor meer informatie over alle vormen van emissies naar
oppervlaktewater, zoals het voorkomen van afspoeling, het verwerken van restanten en de reiniging van machines.

Zie voor toelating kleine teelten tevens het etiket