Bromus japonicus
Int. Afk.: BROJA
Bromus japonicus
Int. Afk.: BROJA
Grassen
Algemeen: eenjarig beemdgras zonder uitlopers.
Standplaats: indicatorplant voor warmte, komt vaak voor op stikstofarme standplaatsen.
Typische kenmerken: behaarde bladeren en stengel; aartjes en kafnaalden in de vruchttijd sterk naar buiten gespreid.
Jonge planten: lange, smalle zaadlob; blad in de scheut gerold.
Halmen: meestal rechtopstaand, ook geknield opstijgend; knopen niet behaard.
Bladeren: met behaarde boven- en onderzijde van de bladeren; tongetje vliezig, vaak afgeknot of gefranjerd; bladscheden gesloten, aan de onderste bladeren behaard.
Bloemen: bloeiwijze is een losse, vaak naar een kant gerichte pluim; duidelijk vertakt, met slanke, gebogen takken, die meestal 3 aartjes dragen; aartjes langwerpig-lancetvormig, groen; onderste kroonkafjes met 2 stompe tanden; kafnaald minstens 2 mm onder de top van het onderste kroonkafje ontspringend, in de vruchttijd sterk naar buiten gespreid.
Bloeitijd: mei en juni.
Voorkomen: braakliggend terrein, beschutte plaatsen, wegranden; grasland, akkers.
Uit Zuid- en Zuidoost-Europa overgebracht, met de neiging zich te verspreiden.