Downy Brome

Dravik, zwenk-


Bromus tectorum


Int. Afk.: BROTE

Familie

Grassen (Poaceae).


Beschrijving

Algemeen:een - of tweejarig, zonder uitlopers.


Standplaats: op droge, warme, basenrijke, meestal zandig-steenachtige gronden.


Belangrijkste kiemperiode: herfst.


Typische kenmerken: naar een kant gerichte pluim met gekromde aarsteeltjes; stengel vanboven behaard; onderste kroonkafjes met lange kafnaald.


Jonge planten: lange, smalle zaadlob; blad in de scheut gerold.


Halmen: 10-60 cm lang, rechtopstaand, los pollenvormend of afzonderlijk, met 2-5 knopen, onder de bloeiwijze dicht en fijn behaard, zelden glad.


Bladeren: bladeren groen, vlak, fijn toegespitst; boven- en onderzijde en de bladrand zacht behaard; tongetje tot 5 mm lang, vliezig, vaak afgeknot, gefranjerd of getand; bladscheden buisvormig, snel opensplijtend, aan de onderste bladeren gesloten en zacht behaard.


Bloemen: aan een kant dichte pluim, groen of purper tot roodbruin glanzend; takken bossig, krom, de langere met tot 8 aartjes; aartjes knikkend, wigvormig wordend, gespreid; roodpaars; onderste kroonkafjes fijn toegespitst, met duidelijke naar voren tredende hoofdnerf; met lange, rechte kafnaald die kort onder de top begint.


Bloeitijd: mei-juli.


Vruchten: aan de top harig, stevig door het onderste en bovenste kroonkafje omsloten, donkerbruin-paars aangelopen.


Vermeerdering: generatief; een paar 100-1.000 zaden per plant. Levensduur van de zaden: In de bodem slechts beperkt levensvatbaar.


Voorkomen: braakliggend terrein, ruderaal terrein, droge akkers en overblijvende planten; wijd verspreid van laagland tot bergachtige gebieden, zelden in de buurt van de zee.


Relevantie

Bromus tectorum is zeer invasief en vormt ernstig brandgevaar als de rijpe plant uitdroogt. Het ras werd naar Noord-Amerika overgebracht en komt daar als akkeronkruid veel voor bij tarwe.