Polygonum lapathifolium
Int. Afk.: POLLA
Polygonum lapathifolium
Int. Afk.: POLLA
De beklierde duizendknoop (Persicaria lapathifolia), basioniem: Polygonum lapathifolium), knopige duizendknoop of Bleek knoopkruid is een algemeen voorkomende, éénjarige plant uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae).
Komt voor op goed doorluchte en bemeste leemgronden.
Belangrijkste kiemperiode: voorjaar.
Eenjarig, veelvormig zaadonkruid, tot 100 cm hoog. Typische kenmerken: korte wimpers op de vliezige buis aan de bladbasis (slechts met loep te herkennen); vgl. Polygonum persicaria. Zaadlobben: zeer lange, smalle, ongelijke bladhelften. Vaak roodachtig tussen de wortelhals en zaadlobben.
Loofbladeren: ei- tot lancetvormig, smaller wordend aan de bladstelen, bovenzijde vaak roodachtig aangelopen, onderzijde met klierpuntjes. De vliezige buis aan de bladbasis ligt los tegen de stengel aan, aan de rand slechts kort gewimperd (loep!).
Stengel: enkelvoudig tot vertakt, rechtopstaand, verdikte stengelknopen, vaak rood.
Bloemen: klein, groenachtig tot lichtroze in cilindrische, rechtopstaande, eind- of okselstandige schijnaren.
Bloeitijd: juli-september.
Zaden: lensvormig, dikwandig, glanzend zwartbruin, kiemdiepte 0-4 cm, ca. 800 per plant. Levensduur van de zaden: ca. 10-13 jaar.
Groeiplaatsen: vooral in zomergranen, aardappelen, suikerbieten, in de fruitteelt, in tuinen, aan oevers.
Een van de meest voorkomende onkruiden in alle gewassen; zeer concurrerend; veel lagere opbrengsten. Verstoring van oogstmachines.