Matricaria matricarioides
Int. Afk.: MATMT
Matricaria matricarioides
Int. Afk.: MATMT
Schijfkamille is een plant uit de Composietenfamilie (Asteraceae).
Komt voor op voedselrijke zand- en zandige leemgronden met slechte bodemstructuur. Belangrijkste kiemperiode: voorjaar.
Een- tot overjarig zaadonkruid met krachtige, gedrongen groeiwijze; 5-40 cm hoog.
Typische kenmerken: sterke, aromatische geur. Geen witte straalbloemen; bloembodem hol. Zaadlobben: groter dan bij M. chamomilla; vlezig, dik, toegespitst, rondachtig, gewelfd; op de grond liggend.
Loofbladeren: dubbel tot drievoudig veerspletig met lijnlancetvormige, stekelpuntige deelblaadjes; dicht opeenstaand.
Stengel: rechtopstaand, gedrongen, afstaand vertakt, kaal.
Bloemen: bloemhoofdjes kort gesteeld, alleenstaand of met weinig aan het uiteinde van de scheuten; buisbloemen geelgroen, geen witte lintbloemen. De bolvormige bloembodem is hol. Bij fijnwrijven net zo geurend als 'echte kamille'.
Bloeitijd: juni-augustus, sporadisch tot november.
Vruchten: eenzadige dopvrucht, zonder haarkrans.
Zaden: lichtbruin, aan de binnenkant 4 onduidelijke lengtegroeven, langwerpig, vaak iets gebogen, ca. 5000 per plant; oppervlaktekiemer.
Groeiplaatsen: in granen, aardappelen, suikerbieten, in tuinen, aan wegranden.