Anthriscus caucalis
Int. Afk.: ANRCA
Anthriscus caucalis
Int. Afk.: ANRCA
Behoort tot de Schermbloemigen
Komt voor op in de zomer warme standplaatsen met matig zure tot zwak basische gronden, meestal kalkarm; graag op zandige leemgronden.
Belangrijkste kiemperiode: voorjaar.
Eenjarig zaadonkruid met bladeren en bloeiwijze van het schermbloemtype (zoals bv. wilde peen en hondspeterselie), 15-80 cm hoog.
Typische kenmerken: zeer kleine en onopvallende bloemen in schermen, plant niet aromatisch geurend, bladeren sterk ingesneden en meervoudig gedeeld, vruchten dicht met hakige haren bezet.
Zaadlobben: lancetvormig en gesteeld. Loofbladeren: donkergroen, 3- tot 4-voudig geveerd, bovenzijde kaal, aan de rand en onderzijde aan de nerven met afstaande zachte haren bezet. Stengel: opstijgend tot rechtopstaand, 15-80 cm hoog, aan de basis vaak purper; cilindrisch, droog, fijn gegroefd, kaal, vertakt.
Bloemen: groenachtig wit, zeer klein (ca. 0,5 mm lang), bloemblaadjes aan de top iets uitgerand. In 3-5-stralige schermen, schermen schijnbaar tegenoverstaand gerangschikt.
Bloeitijd: mei tot juni.
Vruchten: 4-5 mm lang, bruinachtig tot zwartachtig, eivormig, dicht met hakige haren bezet, met 1-2 mm lange snavel. Verspreid zich klimmend.
Zaden: De rijpe vrucht valt uiteen in twee deelvruchten, die steeds gesloten blijven en nooit de zaden eruit laten vallen. 100-300 zaden per plant. Levensduur van de zaden: enkele jaren.