Centaurea cyanus
Int. Afk.: CENCY
Centaurea cyanus
Int. Afk.: CENCY
Composieten
Algemeen: de korenbloem komt voor op losse, goed van voedingsstoffen voorziene leem- en zandgronden. In zomergewassen eenjarig, in wintergewassen overwinterend tot tweejarig, 20-70 cm hoog.
Belangrijkste kiemperiode: herfst, zelden voorjaar.
Typische kenmerken: jonge plant rozet vormend; helder blauwe bloemen.
Zaadlobben: stevig, krachtig, breed-ovaal tot ovaal, langzaam in de steel uitlopend.
Loofbladeren: onderste bladeren veerspletig, bovenste lancetvormig; grijs-wit, wollig behaard. Stengel: hoekig, rijk vertakt, witachtig-wollig behaard.
Bloemen: krachtig blauw, eindstandig. Randstandige buisbloemen groot, getand en ca. drie keer zo lang als de tevens buisvormige, roodpaarse lintbloemen.
Bloeitijd: juni-oktober.
Vruchten: dopvrucht, 3-4 mm, langwerpig, blauwgrijs, wit gestreept, eenzadig met witachtig tot roodachtig-blonde vruchtpluis.
Zaden: zijdeachtig-donzig, aan de uiteinden witachtig, anders blauwgrijs met witte strepen; kiemt tot 3 cm diepte; 700-1600 per plant. Levensduur van de zaden in de bodem: 5-10 jaar.
Groeiplaatsen: in granen, vooral wintergranen, schaars in akkers met aardappels of bieten, ook langs dammen en wegen. Betekenis: gemiddeld lagere opbrengsten, geen verstoring van oogstmachines.