Setaria viridis
Int. Afk.: SETVI
Setaria viridis
Int. Afk.: SETVI
De groene naaldaar behoort tot de grassenfamilie (Poaceae).
Belangrijkste kiemperiode: voorjaar; voorzomer (warmtekiemer).
Beschrijving: eenjarig, losse pollen vormend schijnaargras (15-60 cm hoog), snel uitstoelend.
Typische kenmerken: plant verschijnt in het jeugdstadium krachtig groen, in het volwassen stadium meer roodachtig aangelopen. Zonder tongetje, hiervoor in de plaats een krans van fijne, lange wimperharen.
Jonge planten: krachtig, snel uitstoelend; bladschede meestal platgedrukt, langs de rand behaard. Halmen: dun, kaal, geknikt opstijgend.
Bladeren: tamelijk breed, kaal; jongste blad gerold; geen tongetje, echter een krans van fijne, lange wimperharen; zonder oortjes. Bladschijf kaal en toegespitst, bladschede meestal platgedrukt en langs de rand behaard.
Bloemen: aartjes eenbloemig, aan de basis uit lange ruwe, groene of groenachtig gele borstels bestaande kelkbladeren. Wanneer zij volledig ontwikkeld zijn, steken lange schijnaren boven het bovenste blad uit.
Bloeitijd: zomer-vroege herfst.
Vermeerdering: overwegend door zaden.
Levensduur van de zaden in de bodem: meer dan 40 jaar.
Veel voorkomend; kiemt later dan de geelrode naaldaar en Europese hanenpoot. Groene naaldaar komt overwegend vanaf juni (minimale kiemtemperatuur 15°C) op en vormt zeer snel een dicht tapijt, dat als voedingsstoffen- en waterconcurrent in het gewas zichtbaar wordt. Grote hoeveelheden naaldaar kunnen de opbrengsten aanzienlijk beïnvloeden. Door de uiterst lange levensduur van de zaden houdt de onkruiddruk lang aan.
Komt voor op kalkarme, maar toch voedselrijke zand- en leemgronden, warmteminnend.