Amaranthus retroflexus (Amaranthaceae)
Int. Afk.: AMARE
Amaranthus retroflexus (Amaranthaceae)
Int. Afk.: AMARE
Amaranten
Algemeen: eenjarig, veel voorkomend zaadonkruid, rechtopstaande groeiwijze, 20-200 cm hoog. Typische kenmerken: dicht opeenstaande, op bosjes lijkende bloeiwijzen.
Belangrijkste kiemperiode: vroege voorjaar tot zomer.
Zaadlobben: lang-ovaal, 10-12 mm, op de onderzijde vaak roodpaars aangelopen. Loofbladeren: lang gesteeld, eirond, toegespitst, grijsgroen.
Stengel: rechtopstaand, enkelvoudig of vertakt, lichtgroen tot roodachtig, min of meer kort en ruw behaard.
Bloemen: de bloemkluwen vormen korte, groenachtige bloemaren met dicht opeenstaande bloemen, de bovenste in een zeer dichte, eindstandige pluim bijeen staand.
Bloeitijd: mei-september.
Vruchten: elliptisch, samengedrukt.
Zaden: lensvormig, zwart glanzend, 1.000-5.000 per plant.
Groeiplaatsen: Omdat voor kieming hoge temperaturen en licht nodig zijn, worden amarantsoorten vooral in laat aangeplante resp. in laat sluitende gewassen, zoals in hakvruchten en groenten aangetroffen.
Komt voor op intensief gebruikte, rijpe gronden, warmteminnend.Van de amarantsoorten in Nederland de meest voorkomende soort. Vanwege hun habitus en worteldiepte concurrerend wat betreft water- en voedingsstoffen en daardoor lastige onkruiden, vooral in hakvruchten. Veel lagere opbrengsten en aanzienlijke verstoring van oogstmachines.