Cardaria draba = Lepidium draba
Int. Afk.: CADDR
Cardaria draba = Lepidium draba
Int. Afk.: CADDR
Pijlkruidkers is een overblijvende plant die behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae).
Overblijvend onkruid met vanboven sterk vertakte penwortel en worteluitlopers die zich later in de grond laten zakken, 20-50 cm hoog.
Belangrijkste kiemperiode: voorjaar
Typische kenmerken: bladbasis van de bovenste loofbladeren hart- tot pijlvormig.
Zaadlobben: gaafrandig, ovaal tot slank knotsvormig, met afgeronde toppen.
Loofbladeren: eerste loofbladeren soms tevens knotsvormig, de volgende bladeren bochtig getand, gesteeld. Bovenste bladeren stengelomvattend, bochtig getand met pijlvormige basis, grijs behaard.
Stengel: rechtopstaand, iets hoekig, kort-grijsharig, rijk bebladerd; in de buurt van de bloeiwijze vertakt.
Bloemen: aangenaam geurend, wit, in schijnschermen; kroonbladeren ca. twee keer zo lang als de groengele tot witachtige kelkbladeren.
Bloeitijd: mei-juli. Vruchten: eivormige tot elliptische hauwen, vaak niet symmetrisch, 3,5-4 mm.
Zaden: eivormig, bijna glad, bruin, 1000-5000 per plant; oppervlaktekiemer.
Groeiplaatsen: in bladgewassen, zomer- en wintergranen en aan wegranden.
Veel lagere opbrengsten. Geen invloed op oogstmachines. Vegetatieve vermeerdering door splitsing van de scheuten en afgebroken worteldelen; groot regeneratievermogen. Komt voor op droge, goed van voedingsstoffen voorziene, zandige of grindachtige, ook steenachtige leem- of kleigronden.