Erodium cicutarium
Int. Afk.: EROCI
Erodium cicutarium
Int. Afk.: EROCI
De reigersbek is een plant uit de ooievaarsbekfamilie (Geraniaceae).
Een- tot tweejarig, zelden meerjarig, zeer diep wortelend (tot 2 m); 10-20 cm hoog.
Belangrijkste kiemperiode: herfst
Typische kenmerken: geveerde bladeren; karmijnrode bloemen; vruchtknoppen en stijl vormen later een op de bek van een reiger lijkende vorm.
Zaadlobben: niet symmetrisch in drieën gedeeld, klaverbladachtig, lang gesteeld.
Loofbladeren: teer, regelmatig enkelvoudig of dubbel veerspletig met eivormige, spitse of stompe tanden (veelvormig), vaak roodachtig aangelopen, plat op de grond liggende rozetten vormend; steunblaadjes spits.
Stengel: verspreid of dicht ruwharig behaard.
Bloemen: meestal lichtkarmijnrood tot lila.
Bloeitijd: april-juli.
Vruchten: met 'reigerbek'-achtige, teruggebogen vruchtstelen.
Zaden: glad, lichtbruin, cilindrisch, ca. 200-600 per plant.
Groeiplaatsen: in aardappelen, suikerbieten, uien, op de stoppel, in klaver- en graszaadgewassen, langs wegen en op droge taluds.
Komt voor op warme en steenachtige zandgronden die goed voorzien zijn van stikstof (indicatorplant voor zandgrond en stikstof). Ooievaarsbek-soorten komen als akkeronkruid slechts weinig voor.