Spergula arvensis
Int. Afk.: SPRAR
Spergula arvensis
Int. Afk.: SPRAR
De gewone spurrie is een éénjarige plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae).
Algemeen: eenjarig zaadonkruid; 15-60 cm hoog.
Belangrijkste kiemperiode: het hele jaar door
Typische kenmerken: sterk vertakte en kruipende groeiwijze. Fijne, naaldvormige bladeren.
Zaadlobben: vlezig, zeer smal, naaldvormig, schuin naar boven gericht.
Loofbladeren: naaldvormig zoals de zaadlobben, 10-30 mm lang, bovenzijde gewelfd, onderzijde in de lengte gegroefd, in kransen met veel bladeren.
Stengel: meerdere, rechtopstaand of opstijgend, door knopen verdeeld, bovenaan enigszins klierachtig behaard. Bloemen: lang gesteeld, met 5 witte kroonblaadjes; eindstandige, vertakte bloeiwijze; bloemsteeltjes na de bloei neerwaarts gericht.
Bloeitijd: juni-september.
Vruchten: veelzadige, bolvormige doosvrucht, die zich met 5 tanden opent.
Zaden: gewelfd lensvormig tot bijna bolvormig met smalle vleugelrand, ca. 3000 per plant; oppervlaktekiemer 0,5-3 cm.
Levensduur van de zaden in de bodem: 5 tot 10 jaar, daarna wordt de kiemkracht minder.
Groeiplaatsen: overwegend in gewassen als aardappelen, suikerbieten, uien en zomergranen.
Wanneer massaal voorkomend storend bij het oogsten van hakvruchten. Komt voor op lichte gronden met kalkgebrek (indicatorplant voor zure grond).