Myosotis arvensis
Int. Afk.: MYOAR
Myosotis arvensis
Int. Afk.: MYOAR
Het akkervergeet-mij-nietje is een plant uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae).
Algemeen: komt voor op goed doorluchte, vochtige leemgronden (indicatorplant voor leemgrond). Een- tot overjarig zaadonkruid; overwintert als rozet; tot 40 cm hoog.
Belangrijkste kiemperiode: het hele jaar door.
Typische kenmerken: jonge plant rozet vormend; bladoksel groefachtig; sterke beharing aan steel en blad.
Zaadlobben: bijna rond, haast zittend, licht afgestompt, uitgerande top, sterk behaard. Loofbladeren: De onderste rozetbladeren opeen gehoopt, gesteeld, spatelvormig tot omgekeerd eivormig, de stengelbladeren lancetvormig, zittend, aan beide zijden ruwharig, grijsgroen.
Stengel: rechtopstaand, vanaf de basis vertakt, afstaand behaard.
Bloemen: klein, lichtblauw met geelachtige buis, in veelbloemige trossen. De nog niet in bloei staande bloemen zijn wiebelig ingerold.
Bloeitijd: april-juli, sporadisch augustus-oktober.
Vruchten: vierdelige splitvrucht, door de kelk omhuld.
Zaden: afgeplat eivormig met scherpe rondom lopende rand, glanzend zwartbruin, ca. 700 per plant, oppervlaktekiemer.
Groeiplaatsen: vooral in wintergranen, zelden in gewassen die in de zomer gezaaid worden. Ook op andere standplaatsen, zoals braakliggende akkers, in klaver, aan wegranden en in droge weiden."