Agrotis spp.
Aardrupsen = larven van uilensoorten (vlinders)
Voorkomen
bij bonen, bloemkool, savooiekool, prei, sla en andere groentesoorten.
Ziektebeeld
De planten verwelken en sterven af. De tot wel 5 cm lange, grijze, cilindrische, kale rupsen met 8 paar poten vreten aan ondergrondse plantendelen, vooral aan de wortelhals, soms ook aan bladeren en scheuten. Overdag houden zij zich meestal in de grond verborgen. Bij opgraven zijn zij in de buurt van de planten te vinden.
Plaaginsect
Aardrupsen zijn de larven van verschillende aarduilen (meestal Agrotis-soorten). De lompe, grijsbruine vlinders met een vleugelspanwijdte van 4-5 cm vliegen in de avond en nacht. De eitjes worden in de voorzomer en zomer op de onderzijde van de bladeren van cultuurplanten en onkruiden afgelegd. De rupsjes worden eerst ook overdag op de planten gevonden. Later komen zij alleen 's nachts en bij bewolkt weer te voorschijn. Wanneer de rupsen gestoord worden, rollen zij zich op. Zij overwinteren in de bodem en verpoppen zich pas in het voorjaar. Aardrupsen zijn al bij kleine aantallen zeer schadelijk. Zij worden vooral gevreesd in vers aangeplante percelen, omdat zij de jonge planten bij de wortelhals volledig verwoesten. Een enkele rups kan binnen enkele uren al meerdere planten vernietigen.