Stigmella malella
Appelbladmineermot
Ziektebeeld
Er ontstaan vraatgangen in de bladeren. Bij hevige aantasting verdrogen de bladeren. Ze worden bruin en vallen vroegtijdig af.
Plaaginsect
De mot heeft een vleugelspanwijdte van 4 mm. De vleugels zijn zwart met een zilverkleurige streep op de voorvleugels. De eitjes worden op de onderkant van het blad gelegd. De larven voeden zich met bladeren, waarbij langwerpige en bochtige vraatgangen ontstaan, die uitlopen in een 3 tot 4 mm brede vlek. In het binnenste van de vraatgangen bevinden zich, als zwarte draden, afzettingen van uitwerpselen. De volgroeide larven verlaten de bladeren en verpoppen zich in de grond, waar zij ook overwinteren. Doorgaans ontwikkelen zich 2 generaties per jaar. De motten verschijnen tussen eind april en eind mei. De tweede vliegperiode vindt in juli en augustus plaats.
Relevantie
De schade is doorgaans gering, zolang er geen sprake is van massale aantasting. In dat geval kan deze schadelijke mineerder de oogst en het fysiologische evenwicht van de boom in gevaar brengen.