Rhynchites aequatus
Appelvruchtsteker
Ziektebeeld
Op de knoppen en bladeren ontstaat vraatschade. Vanaf het begin van de bloei worden ook de jonge vruchten aangetast, die te herkennen zijn aan de trechtervormige gaten die de kever heeft geboord. Oudere vruchten zijn ernstig misvormd.
Plaaginsect
De pootloze geel-witte larven overwinteren in de grond. Ze verpoppen in de maanden juni en juli en de kever gaat aan het einde van de maand augustus in rust. Deze roodachtige, glanzende kevers overwinteren in schorsschubben en andere schuilplaatsen. Na de verpopping verschijnt de kever begin april. Hij voedt zich eerst met knoppen en bladeren, later met vruchten. De eitjes worden in mei en juni gelegd in inkepingen, die het vrouwtje met haar snuit in de vruchten boort. Deze boorgaten kunnen vaak meerdere keren worden gebruikt. Vanaf het leggen van de eitjes tot aan het uitkomen van de larven verlopen, afhankelijk van het weer, 7 tot 10 dagen. De larven voeden zich nog ca. 14 dagen met vruchtvlees, totdat zij zich op de grond laten vallen.
Relevantie
Vanaf het ‘roze knop’-stadium kan de kever, vooral in aanplanten waar weinig bloesem aanwezig is, enorme schade veroorzaken. De aangetaste vruchten worden weliswaar meestal niet afgestoten, maar zijn door hun afwijkende schil en misvorming niet meer verhandelbaar.