Platyparea poeciloptera
Aspergevlieg
Ziektebeeld
De scheuten van aspergeplanten in jonge aanplant zijn krom. Binnenin bevinden zich door vliegenlarven veroorzaakte vraatgangen. De aangetaste scheuten gedijen slecht en sterven voortijdig af.
Plaaginsect
De ca. 6 mm grote, grijsbruin gekleurde vlieg verschijnt in april. Hij vliegt meestal dicht bij de grond. Op warme dagen legt het vrouwtje haar eitjes in de jonge scheuten afzonderlijk af. Daarvoor steekt zij een ca. 1 mm diep gat in de opperhuid. Al na enkele dagen komen de larven uit, die zich vervolgens eerst onder de opperhuid, later meer naar het merg toe naar onder vreten. Daardoor trekken de scheuten krom en raken misvormd. De volwassen larve verpopt in de ondergrondse delen van de stengel, nadat hij eerst in de stengel een gat ter hoogte van het grondoppervlak gevreten heeft. Hierdoor komt de vlieg later naar buiten. Het popstadium duurt ca. 10 maanden.
Pas vanaf midden april van het volgende jaar komen de vliegen uit. De vlucht en het afleggen van de eitjes voltrekken zich dan tot eind juni. Tweejarige aanplant loopt het meeste risico. Van de eenjarige aanplant worden alleen de sterker ontwikkelde planten aangetast. Prikrijpe planten kunnen alleen een bepaalde mate van aantasting vertonen, wanneer zij voor midden juni aangeprikt zijn, d.w.z. dat de scheuten tijdens de vlucht nog verder groeien.