Legume Aphid

Bladluizen (erwtenbladluis, zwarte bonenluis, koolluis)


Aphididae


Vollegrondsgroententeelt

Voorkomen

Bij bijna alle vollegrondsgroentesoorten. In Nederland bestaan er ca. 800 soorten bladluizen. Zij bevinden zich op de onderzijde van de bladeren van jonge, sappige scheuten en op scheuttoppen. Ook de bloemaanleg en bloemen worden aangetast, waardoor opbrengstverliezen veroorzaakt worden. Veel soorten tasten ook de wortels aan. Droogte en warmte bevorderen de ontwikkeling van het plaaginsect.


Zwarte bonenluis: Doralis fabae; Aphis fabae.

Erwtenbladluis: Acyrthosiphon pisum.

Katoenluis: Aphis gossypii.

Melige koolluis: Brevicoryne brassicae.

Wortelbladluis: Semiaphis carotae. Groene slaluis: Nasonovia ribis-nigri.


Ziektebeeld

Gedurende de hele vegetatieve periode zijn groeiverstoringen, misvorming van scheuten en bladeren, bladrollen en verkleuringen zichtbaar. Sterk aangetaste planten blijven klein of sterven af. Daarnaast brengen de bladluizen schade toe door hun uitwerpselen, de honingdauw, die de bladeren met een kleverig, lakachtig laagje bedekt. Daarop vestigen zich veel zwarte schimmels. Daarnaast dragen veel bladluissoorten virusziekten over.


Ziekteverwekker

De insecten zijn slechts enkele mm groot, hebben lange voelsprieten, variëren in vorm en kleur en nemen met hun zuigsnuit plantensappen op. De meeste bladluizen vermeerderen zich via zomergeneraties, waarbij zonder voorafgaande paring kleine bladluizen geboren worden. Afhankelijk van het weer vindt vermeerdering explosief plaats. Tussendoor treden ook gevleugelde dieren op, die voor de verdere verspreiding over grote afstanden zorgen. Sommige bladluissoorten blijven steeds op dezelfde waardplant, andere soorten wisselen van waardplant.