Macrosiphum avenae (= Sitobion avanae), Metopolophium dirhodum, Rhopalosiphum padi
Bladluizen: grote graanluis, roosgrasluis, vogelkersluis
Bij alle graan- en andere grassoorten; winterwaardplant: grassen (grote graanluis), rozen (roosgrasluis), vogelkers (vogelkersluis).
Classificatie: bladluizen, zuigend; virusvectoren.
Aangetaste plantendelen: blad en aar/pluim.
Ziektebeeld
Het zuigen van de luizen veroorzaakt meestal geen typische symptomen; wel vallen de kolonievormende luizen zelf en de door hun afgescheiden honingdauw op.
Plaaginsect
De volgroeide bladluizen (volwassen insecten) zijn afhankelijk van de soort ca. 1,5-3,5 mm lang en groen, rood of bruin gekleurd; er treden zowel gevleugelde als ongevleugelde vormen op. Afhankelijk van de soort is het lijf langwerpig (grote graanluis en roosgrasluis) of ovaal (vogelkersluis), de buisjes aan het achterlijf (sifonen) zijn donker resp. bij de roosgrasluis licht van kleur. De larven lijken op de volwassen insecten.
Relevantie
Bladluizen richten zowel door hun zuigactiviteit als door de overdracht van virusziekten (vooral de virale vergelingsziekte) schade aan.