Thaumetopoea processionea
Eikenprocessierups
Plaaginsect
Eikenprocessierupsen vreten eikenbomen kaal. Op zich is dat al schadelijk en kan, wanneer dit vaak voorkomt, tot ernstige groeivertraging lijden. Het grootste probleem vormen echter de brandharen van de eikenprocessierups. Elke rups bezit er ongeveer 1 miljoen. Ze blijven erg lang actief, ook als de rups allang verpopt is. Met hun weerhaakjes dringen de pijlvormige haren bij aanraking gemakkelijk in de huid, ogen en luchtwegen. Hierbij worden stoffen afgescheiden die verschijnselen oproepen die lijken op allergische reacties.
Levenswijze
Eikenprocessievlinders (Thaumetopoea processionea L.) zijn onopvallende grijze nachtvlinders. Het mannetje is kleiner dan het vrouwtje en is iets duidelijker getekend. De vlinders zelf leven slechts enkele dagen.De eitjes worden in augustus afgezet in de toppen van de kroon van zomereiken. De rupsen worden zelden waargenomen op andere eiken (bijv. Amerikaanse eik). De eitjes overwinteren. Half april, begin mei, afhankelijk van de weersomstandigheden, komen oranje gekleurde rupsjes uit de eitjes. Deze eerste rupsen verschijnen nog voordat er blad aan de bomen zit. Ondanks het ontbreken van voedsel kunnen ze deze periode zonder problemen overleven. Voordat ze volgroeid zijn ondergaan ze 5 vervellingen. Vanaf het derde larvestadium( half/eind mei) krijgen de rupsen brandharen. De voor eikenprocessierupsen zo kenmerkende nesten worden vanaf het vijfde larvale stadium gemaakt.