Tipula paludosa
Emelten
Emelten = larven van de weidelangpootmug (= moeraslangpootmug). Emelten beschadigen vooral grasland, maar komen (vooral na ploegen van het grasland) ook bij talrijke andere gewassen voor, zoals in de akkerbouw bij bv. graan (winterrogge), bieten, koolzaad, aardappels en peulgewassen.
Classificatie
Tweevleugeligen, bijtend (larven = emelten).
Aangetaste plantendelen
Wortel, kiemplant en oogstproducten, ondergrondse oogstproducten (bieten, aardappelknollen).
Ziektebeeld
Pleksgewijs gedijen planten slecht, verwelken of vallen om, omdat de emelten ondergronds aan de wortels vreten of de stengel onder en boven het grondoppervlak kort afbijten. Bij graan kan de vraat aan gezwollen zaden ook tot een opkomst met open plekken leiden. Ook bieten en aardappelknollen worden aangevreten.
Plaaginsect
Emelten zijn ca. 30-40 mm lang en grijs gekleurd. Zij hebben geen poten en een relatief klein, donker kopkapsel. De huid is rimpelig en met korte haren bedekt. Het achterlijf heeft zes op typische wijze gerangschikte uitsteeksels en wordt 'duivelsmasker' genoemd. De langpootmuggen zijn ca. 15-25 mm lang, grijsbruin gekleurd en hebben opvallend lange poten.
Opmerkingen
Emelten treden vooral op op standplaatsen met vochtige, humeuze en anmoorachtige gronden.