Acyrthosiphon pisum (= A. onobrychis)
Erwtenbladluis
Overwegend bij erwten, maar ook bij tuinbonen en andere peulgewassen en plantensoorten; winterwaardplanten: klaver, luzerne en overblijvende wikkesoorten; de erwtenbladluis kent diverse in kleur variërende vormen, bij erwten komen voornamelijk groene luizen voor.
Classificatie
Bladluis, zuigend; virusvector.
Aangetaste plantendelen
Scheut, blad en bloem.
Ziektebeeld
Op de in groei geremde planten bevinden zich op de bladeren, peulen en ranken meer of minder grote bladluiskolonies. Zij tasten bij voorkeur de scheuttoppen aan. Door het zuigen van de luizen zijn de bladeren vaak gekruld en de bladstelen verdraaid.
Plaaginsect
De volgroeide bladluizen (volwassen insecten) zijn ca. 3-5 mm lang en meestal groen, soms ook geel of rood gekleurd. De lange voelsprieten en poten zijn aan de uiteinden en gewrichten bruin van kleur, de ogen zijn rood gekleurd. Er komen zowel gevleugelde als ongevleugelde vormen voor. De larven lijken op de volwassen insecten.
Opmerkingen
De erwtenbladluis brengt zowel schade toe door zuigen als door overdracht van talrijke verschillende virusziekten, zoals bv. het bladrolvirus en het erwtenmozaïekvirus.