Pammene rhediella
Fruitmot, vroege
Bij alle graan- en talrijke andere grassoorten.
Classificatie: Tweevleugeligen, bijtend (larven = maden).
Aangetaste plantendelen: blad en aar/pluim.
Ziektebeeld
Op het oppervlak van het fruit is snoepvreterij te zien. Later ontstaan er fijne vraatgangen zonder uitwerpselen, die bij de oogst verkurkt zijn.
Plaaginsect
De vlinder is ca. 6 mm lang, vliegt in april/mei en legt zijn eitjes afzonderlijk in bloemclusters of jonge vruchtclusters. Vanaf mei brengen de jonge larven schade aan, doordat zij zich inspinnen en het oppervlak van de vrucht aanvreten. Vanaf juni dringen oudere rupsen de vruchten binnen en veroorzaken fijne vraatgangen die geen uitwerpselen bevatten. De gangen zijn verkurkt. Meestal bevinden zich meer dan twee gangen in een vrucht. Er ontwikkelt zich één generatie per jaar.
Relevantie
De vroege fruitmot veroorzaakt zelden schade. Als de larven in het binnenste van de vrucht beschermd zijn, is het te laat voor bestrijding. In het volgende jaar moet rekening worden gehouden met aantasting.