Sitophilus granarius
Graanklander
Biologie
3,5-5 mm lange, bruin tot zwarte snuitkever, die niet kan vliegen. De ontwikkeling van ei via larve en pop tot volwassen dier vindt plaats in een graankorrel, soms ook in deegwaren, grutten e.d. Het aantal eitjes per vrouwtje is 100-200 stuks. Het vrouwtje knaagt een gat in de graankorrel die voor het afleggen van de eitjes gebruikt wordt en vervolgens weer met een secreet gesloten wordt. De uitwendig bijna normaal uitziende korrels bevatten larven of poppen.
Schade
De korrels worden door de larven volledig uitgevreten. Alleen de lege, geperforeerde huls blijft behouden. Aantasting door deze lichtschuwe dieren vindt alleen plaats binnenin graanhopen; graan met een hoog vochtgehalte wordt geprefereerd. Aangetast graan warmt op en wordt muffig. Secundaire plaaginsecten vergroten de verliezen. De graanklander is het belangrijkste plaaginsect in opgeslagen graan.