Zabrus tenebrioides
Granen
Overwegend bij wintertarwe en winterrogge, maar ook bij de overige graansoorten en andere grassoorten.
Classificatie: kever, bijtend. Aangetaste plantendelen: blad en aar/pluim.
Ziektebeeld
Jonge graanbladeren zijn gekauwd en hebben een rafelig uiterlijk. Daarnaast zijn zij gedeeltelijk in de kanaaltjes in de grond getrokken. Deze schade, die zich meestal al in de herfst vertoont, wordt hoofdzakelijk door de larven veroorzaakt. Later vreten de kevers ook op de aren en dan bij voorkeur aan de melkrijpe korrels.
Plaaginsect
De larven zijn tot ca. 30 mm lang en geelachtig gekleurd. De kop is echter donker en het achterlijf heeft aan de bovenzijde donkerbruine chitineplaten. De kevers zijn ca. 12-16 mm lang, zwart gekleurd en hebben bruine benen en voelsprieten en sterk gewelfde dekschilden.
Opmerkingen
Het plaaginsect komt vooral voor op standplaatsen met zware gronden en wordt door droog en warm weer bevorderd. Hij is overwegend 's nachts actief en houdt zich overdag schuil in smalle tot 30 cm diepe kanaaltjes in de grond, die hij in de buurt van de graanplanten graaft. De belangrijkste schade ontstaat door de vraat van de larven.