Hylemyia coarctata
Graanvlieg, smalle
Overwegend bij tarwe, maar ook bij rogge en gerst en andere grassoorten, zoals kweek.
Classificatie
Tweevleugeligen, bijtend (larven = maden).
Aangetaste plantendelen
Blad.
Ziektebeeld
In het voorjaar vergelen de hartbladeren rijgewijs. Zij kunnen gemakkelijk uitgetrokken worden en zijn aan de basis rot. Bij aantasting in het begin van het graanstadium sterft vaak de volledige plant af (ziektebeeld lijkt op aantasting door de fritvlieg). Wintergraan wordt meestal ernstiger beschadigd dan zomergraan.
Plaaginsect
De maden zijn tot ca. 8 mm lang, witachtig gekleurd en pootloos. Zij hebben geen kopkapsel, maar mondhaken en aan het achterlijf zes kleine uitsteeksels. De vliegen zijn ca. 5-7 mm lang, geelachtig grijs gekleurd, behaard en zien eruit als de huisvlieg.
Opmerkingen
Vooral laat gezaaide gewassen lopen risico. Daarnaast prefereert het plaaginsect standplaatsen met losse, bruine grond.