Phyllotetra spp.
Koolaardvlo
Ziektebeeld
De larvenstadia van diverse aardvlosoorten veroorzaken bladvraat aan zaadlobben, loofbladeren en bladstelen. Enkele voeden zich met plantenwortels. Bij droge perioden veroorzaakt ook de kever vraatgaten en skeletvraat aan bladeren. De kleine gestreepte aardvlo (P. undulata) brengt schade toe aan zijwortels van rammenas en vreet tot wel 1 cm diepe vraatgangen in de rammenas zelf.
Ziekteverwekker
De kevers zijn 1-3 mm groot, donker of zwartglanzend en hebben afhankelijk van de soort gele lengtestrepen. De eitjes worden afzonderlijk op de bodem of op bladeren afgelegd. De larven verpoppen zich in de bodem. Zij hebben 3 paar korte poten en een zwart kopkapsel. De kevers overwinteren meestal in de bodem of onder gebladerte.
Phyllotetra spp.
Koolzaad, koolsoorten
Ziektebeeld
De zaadlobben van de opkomende koolplanten zijn doorzeefd met gaatjes, vaak ook helemaal verwoest. Ook kunnen delen van de stengel doorgeknaagd zijn, zodat de planten omvallen. Bij zonnig weer zijn op de planten grote aantallen kleine, geel gestreepte of zwartblauwe, goed springende kevertjes te vinden. Later worden ook de bladeren van oudere koolplanten, meestal vanaf de rand, op dezelfde manier aangevreten.
Ziekteverwekker
Het gaat om kleine kevers, die door de krachtige dijen van hun achterste potenpaar zeer grote sprongen kunnen maken. Door dit springvermogen worden de kevers aardvlooien genoemd. De verschillende soorten koolaardvlooien kunnen koolgewassen, rammenas, radijs en veel kruisbloemige onkruiden beschadigen. Het vaakst komen de geel gestreepte en de metaalachtig donkere soorten voor. De koolaardvlooien overwinteren als kevers op beschutte plaatsen onder bodemstrooisel en droog loof en zoeken op warme dagen in het voorjaar hun voedselplanten op. Zij veroorzaken hier venstervraat en later vraatgaten. Zij houden van zon en warmte en kruipen weg op koude dagen. Bij warm en droog weer verschijnen zij meteen weer in groten getale en kunnen zaaibedden met kool binnen enkele dagen totaal verwoesten. Jonge kiemplanten van kool worden vaak al aangevreten en verwoest, voordat zij het grondoppervlak bereiken. Ook jonge zaailingen van kool kunnen na het uitplanten vaak aanzienlijk door koolaardvlooien beschadigd worden. De eitjes worden op de voedselplanten afgelegd. De larven (ca. 4 mm groot) mineren het bladweefsel of vreten aan de wortels zonder grote schade aan te richten. De jonge kevers verschijnen in de late zomer. Zij vreten nog enkele weken lang aan herfstkool en onkruiden en zoeken dan hun winterkwartier op.