Contarinia nasturtii
Koolgalmug
Ziektebeeld
Sluit- en bloemkool vormen geen kroppen resp. bloemhoofden. De steeltjes van de hartbladeren en ook de hartbladeren zelf zijn opvallend verdraaid en sterven af. Op deze bladeren bevinden zich zeer kleine, geelachtig witte maden. Door het uitlopen van zijknoppen kunnen meerdere kroppen ontstaan. Bij vochtig weer treedt naast draaihartigheid vaak rot op, die het hart van de planten volledig verwoest.
Plaaginsect
De koolgalmug behoort tot de belangrijkste plaaginsecten van de koolteelt. Hij is overwegend op bloem- en spruitkool te vinden, maar ook savooiekool en andere koolsoorten worden aangetast. Vooral bij vochtig en warm weer kan deze mug zich massaal vermeerderen, bij droogte wordt de ontwikkeling van dit insect sterk geremd. De nauwelijks 2 mm grote, geelbruine mug vliegt vanaf midden mei, onder glas al vanaf eind april. Het vrouwtje legt zeer kleine, doorzichtige eitjes op de stelen van de jongste hartbladeren. De witte larven zuigen aan de binnenzijde van de jonge bladstelen in de buurt van de bladoksels, waardoor de boven beschreven verstoringen in groei optreden. De volwassen larven kruipen in de grond en verpoppen zich daar. Jaarlijks ontwikkelen zich 3-5 generaties, die elkaar vaak overlappen. Vooral de eerste en tweede generatie zijn zeer schadelijk, omdat de jonge koolplanten zich op het moment dat zij optreden in een gevoelig ontwikkelingsstadium bevinden. Later, wanneer de kroppen zich gevormd hebben, is de schade die de koolgalmug veroorzaakt kleiner.