Delia brassicae, Delia floralis
Koolvlieg, kleine / grote
Ziektebeeld
De jonge koolplanten kleuren loodgrijs, verwelken en kunnen gemakkelijk uit de grond getrokken worden. De wortels zijn voor het grootste deel weggevreten, de wortelhals is verwoest. Op de aangevreten plekken zijn witachtige maden of bruine, tonvormige poppen te zien. Bij sterke aantasting gaan de planten te gronde. Is de plant slechts licht aangetast, dan stagneert de groei en is de kropvorming gebrekkig.
Plaaginsect
De kleine koolvlieg (Delia brassicae) en grote koolvlieg (Delia floralis) behoren tot de bloemvliegen, die vaak op knol- en koolgewassen en andere kruisbloemigen te vinden zijn. Vooral bloemkool, Chinese kool, koolrabi, radijs en rettich worden in sterke mate aangetast. In de late zomer en herfst worden ook bovengrondse plantendelen aangetast (spruitkool). Het plaaginsect overwintert als pop in de bodem. Het op de huisvlieg lijkende, grijze insect sluipt in warme gebieden vanaf midden april uit. In gebieden met ruiger weer echter pas eind april tot begin mei. De vlieg legt haar witte, ca. 1 mm lange eitjes afzonderlijk of in groepjes van maximaal 10 stuks af op de stengelvoet van de koolplanten en in spleten in de grond dicht bij de plant. Na enkele dagen komen de maden uit. Zij vreten eerst de haarwortels aan en dringen later in de hoofdwortel binnen. Volgroeid zijn zij bijna 1 cm lang. Meestal treden per jaar drie generaties op, waarbij de eerste generatie van de kleine koolvlieg met afstand de gevaarlijkste is.
Delia radicum, Delia floralis
Rettich, radijs
Ziektebeeld
De planten gedijen slecht, de bladeren vergelen en verwelken. In de bieten bevinden zich vraatgangen met witte maden.
Ziekteverwekker
De kleine koolvlieg (Delia radicum) is het belangrijkste plaaginsect bij radijs en rammenas. Hij tast met zijn eerste generatie vooral uitlopende en vroege rammenas aan. Late rammenas wordt door de tweede en derde generatie beschadigd. De grote koolvlieg (D. floralis) komt minder vaak bij rammenas en radijs voor. De grote koolvlieg vormt in tegenstelling tot de kleine koolvlieg maar een generatie. Hij verschijnt tegen eind juli en vliegt vaak tot september, zodat ook hij zeer sterk bijdraagt aan maden in zomer- en herfstrammenas.