Pear psylla

Perenbladvlo, gewone


Psylla pyri


Fruitteelt


Ziektebeeld

Op de scheuten en vruchten van de peren wordt door de zuigende larven van de perenbladvlo honingdauw afgescheiden. Hierdoor kan roetdauw ontstaan en worden “zwarte” peren geoogst.


Plaaginsect

De gewone perenbladvlo overwintert als volwassen vlo op de perenbomen. Al aan het einde van de winter/ vroeg in het voorjaar worden eieren afgezet. De larven van deze eerste generatie perenbladvlo (er worden 5 larvenstadia doorlopen voordat er zich weer een volwassen vlo heeft ontwikkeld) kunnen al wat schade veroorzaken aan de jonge bladeren en aan bloemclusters. Na de bloei van peren ontstaat er vaak een tweede golf van eieren die zich in de eerste helft van juni ontwikkelen tot larven. Het zijn de larven van deze eneratie die veel schade kunnen veroorzaken aan het gewas. In de loop van mei en juni is er in veel aanplanten een sterke ontwikkeling van roofwantsen. Het zijn deze roofwantsen die in de zomer volgende generaties moeten bestrijden. Zijn er onvoldoende roofvijanden en is de tweede generatie onvoldoende bestreden, dan ontstaan in de zomer nog enige generaties die de schade verder doen toenemen.


Relevantie

De gewone perenbladvlo is de belangrijkste plaag in de perenteelt. Met een combinatie van chemische en biologische bestrijding moet schade aan het gewas en de vruchten worden voorkomen. Indien deze bestrijding onvoldoende slaagt, kan er grote schade ontstaan aan de oogst door de aanwezigheid van roetdauw op de vruchten. Tevens verzwakt het gewas door het zuigen van de larven. Een verminderde bloemknopvorming is het gevolg.



Product aanbeveling

Peer