Cabbage Beetle

Roodvoetkoolsnuittor


Ceutorhynchus quadridens


Koolzaad

Bij koolzaad en andere kruisbloemigen.

Classificatie: kever, bijtend.

Aangetaste plantendelen: stengel.


Ziektebeeld

Op de jonge stengels bevinden zich eerst boorgaten voor het afleggen van de eitjes, binnenin de stengels bevinden zich later de met uitwerpselen gevulde vraatgangen van de larven. Anders dan de larven van de bruine zuringsnuitkever vreten de larven van de roodvoetkoolsnuittor ook in de bladnerven. De planten blijven in groei achter en knikken vaak om.


Plaaginsect

De larven zijn tot ca. 4 mm lang, witachtig gekleurd en krom. Ze hebben geen poten en een bruinachtig kopkapsel. De kevers zijn ca. 2,5-3,5 mm lang en hebben een dichte, wit- tot roodachtig grijze, schilferige beharing. De kop is 'snuitachtig' verlengd en de voeten zijn roodachtig gekleurd.


Relevantie

De kever laat zich bij de geringste verstoring van de koolzaadplant vallen en doet alsof hij dood is, zodat hij moeilijk te vinden is. De prikplekken voor het afleggen van de eitjes dienen tegelijkertijd als ingangspoorten voor schimmelachtige ziekteverwekkers, zoals Phoma en Botrytis.