Leucoma salicis
Herkenning
De satijnvlinder (Leucoma salicis) is goed herkenbaar aan de sterke zijdeachtige glans, de zwart met wit geringde poten en het volledig wit behaarde achterlijf. Soms loopt er een lichte bruingele veeg langs de voorrand of langs de binnenrand van de voorvleugel; verder is er nauwelijks variatie. De voorvleugellengte is tussen de 21 en 27 mm. Het mannetje heeft sterk geveerde antennen. Het vrouwtje is groter en heeft ongeveerde antennen.
Levenswijze
Rups: augustus-juni. De soort overwintert als jonge rups, met meerdere bijeen in een spinsel op de waardplant. De rups verpopt zich in een harige cocon, meestal in een schorsspleet of tussen de bladeren op de waardplant. De eieren worden in hoopjes op de stam of een tak van de waardplant gelegd en bedekt met een wit hard schuim.
Relevantie
Vrij algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; in de duinen minder zeldzaam.