Californian thrips

Trips, Californische


Frankliniella occidentalis


Glasgroenten, bloemisterijgewassen onder glas, bloembol en -knolgewassen onder glas

Californische trips komt op veel verschillende plantensoorten voor, waaronder veel groentegewassen. De tripsen zuigen bij voorkeur aan bloemknoppen en groeipunten, maar komen ook voor op de bladeren.


Op bloeiende planten eten ze graag stuifmeel. Ze veroorzaken zilverkleurige vlekken op de bladeren doordat ze cellen aanprikken en leegzuigen. Bij het aanprikken van groeipunten en bloemknoppen ontstaan ernstige misvormingen van de planten.


In chrysant kunnen lichte, langwerpige vlekjes op de bloemen veroorzaakt door trips economische schade geven. Ook de vruchten raken beschadigd (opstaande verkurkte kroontjes bij paprikavruchten, kromme vruchtjes bij komkommer).


Wanneer het vrouwtje de eieren afzet maakt ze een gaatje in het plantenweefsel, zowel op de bladeren, in de bloemen en in zacht stengelweefsel. Op de bladeren de eilegplaatsen te herkennen als wratachtige vergroeiingen.


Californische trips kan een bepaalde soort virussen (tospo-virussen) overbrengen.


In kassen in Nederland gaat deze trips niet in diapauze (winterrust). Dit kan ervoor zorgen dat al vroeg in een seizoen, direct na planting, aantastingen van dit insect voorkomen.


Levenswijze

De populatie bestaat uit mannetjes en vrouwtjes. Deze zijn slechts 1 resp. 1,2 mm groot. Tijdens de ontwikkeling doorloopt trips 6 stadia; ei, twee larve, twee pop en een volwassen stadium. De volwassen tripsen zijn langwerpig en slank met een duidelijke kop. Ze hebben twee paar vleugels met lange franjeharen.


De ontwikkelingsduur bij 25°C is 15 dagen.


De vrouwtjes leven circa 20 dagen en leggen per dag 2 - 5 eieren. Bij gewassen met stuifmeel, zoals paprika, kan het aantal per dag aanzienlijk hoger liggen.


Tripsen verpoppen in de grond of op donkere, beschermde plaatsen (bijvoorbeeld tussen plooien van het plastic folie bij substraatteelten).



Product aanbevelingen

Chrysant