Root Nematodes

Vrijlevende wortelaaltjes


Pratylenchus pratensis


Graanteelt

Bv. wortellesieaaltjes. Bij graan, mais en talrijke andere een- en tweezaadlobbige plantensoorten.


Classificatie

Rondwormen = nematoden, zuigend.


Aangetaste plantendelen

Wortel.


Ziektebeeld

In het gewas bevinden zich pleksgewijs planten die in groei achtergebleven zijn, weinig uitstoelen en slechts een geringe neiging tot scheutvorming hebben. Er ontwikkelen zich alleen kleine aren met weinig korrelopbrengst. Op de wortels vertonen zich eerst kleine, donkere, necrotische plekken, die zich later kunnen verspreiden over hele worteldelen.


Plaaginsect

De volgroeide nematoden zijn ca. 0,4-0,8 mm lang, draadvormig dun, witachtig gekleurd en aan beide uiteinden van het lijf afgerond. De larven zijn aanzienlijk kleiner en slechts zeer moeilijk te determineren.


Opmerkingen

Wortelaaltjes brengen schade toe wanneer zij in het bastweefsel van de wortel van de plant binnendringen en daar zuigen. Omdat zowel de volgroeide dieren als de larven niet aan een plant gebonden zijn en zich vrij in de bodem kunnen bewegen, kunnen zij steeds meerdere wortels aantasten.





Trichodorus spp.


Aardappelen, Bloembollen


Van de vele geslachten vrijlevende wortelaaltjes zijn met name de trichodoride aaltjes van belang. Hiertoe behoren onder andere Paratrichodorus pachydermus, P. teres, Trichodorus similis, T. viruliferus en T. primitivus.


Deze aaltjes ontlenen hun naam 'vrijlevende' aan hun levenswijze buiten de waardplant. Hun hele levenscyclus van ei tot volwassen aaltje vindt plaats in de grond. Ze kunnen zich alleen verplaatsen in gronden met voldoende ruime poriën (ze komen daardoor voornamelijk voor op lichtere grondsoorten).


Behalve directe schade door het aanprikken en zich voeden met ondergrondse plantendelen kan aanzienlijke schade worden aangericht dorodat deze aaltjes virussen, zoals het tabaksratelvirus (TRV) kunnen overbrengen.


Aantastingsbeeld

Zieke planten komen pleksgewijs voor, soms in groepjes van enkele planten, soms in zeer grote onregelmatige gevormde haarden van tientallen ares. De aaltjes voeden zich door ondergronds plantendelen met hun lange mondstekel aan te prikken, bij voorkeur de wortelpunten vlak achter de worletmutsjes. Hierdoor stopt de lengtegroei van de wortels, maar gaat de dikte groei nog enige tijd door zodat een stokkige wortel ontstaat. Door het vormen van extra zijwortels krijt het wortelstelsel een bossig aanzien.



Product aanbevelingen

Amaryllis (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Dahlia (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Gladiool (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Hyacint (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Lelie (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Narcis (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Tulp (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Iris (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Krokus (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Bijgoed (bloembollen) (voor Trichodorus spp.)

Amaryllis (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Dahlia (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Gladiool (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Hyacint (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Lelie (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Narcis (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Tulp (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Iris (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Krokus (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Bijgoed (bolbloemen) (voor Trichodorus spp.)

Pootaardappel (voor Trichodorus spp.)

Consumptie-aardappel (voor Trichodorus spp.)

Zetmeelaardappel (voor Trichodorus spp.)

Wortelen (voor Trichodorus spp.)