Trialeurodes vaporariorum
Wittevlieg
De bladeren worden geel gevlekt en zijn met plakkerige honingdauw en zwarte roestdauw bedekt. Aan de onderzijde van de bladeren zitten ca. 1,5 mm lange, wit bepoederde, gevleugelde insecten en hun geelachtig groene, op schildluizen lijkende larven. Wanneer de bladeren bewogen worden, vliegen de gevleugelde dieren op.
Ziekteverwekker
In Midden-Europa komen ca. 15 verschillende soorten motluizen voor. De economisch gezien belangrijkste motluizen in de groenteteelt zijn: koolwittevlieg (Aleyrodes proletella), kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) en tabakswittevlieg (Bermisia tabaci). De wittevliegen zijn nauw verwant aan de blad- en schildluizen en brengen net als deze schade toe door zuigen. De plaaginsecten vermeerderen zich door eitjes, die op de onderzijde van de bladeren afgelegd worden. De daaruit komende larven zien eruit als schildluizen. Zij ontwikkelen zich snel tot met vier vleugels uitgeruste volwassen insecten. De zeer warmteminnende dieren zijn op kassen aangewezen, waar per jaar tot 10 generaties kunnen ontstaan. In eerste instantie worden komkommers, tomaten en paprika aangetast.