Carrot Fly

Wortelvlieg


Psila rosae


Wortelen

Ziektebeeld

Overwegend in het onderste gedeelte van de bieten bevinden zich oppervlakkige, meestal open, roestbruine vraatgangen, die soms ook iets dieper gaan. De bladeren worden roodachtig, vergelen en verwelken.


Ziekteverwekker

De wortelvlieg tast naast wortels ook selderij, peterselie, pastinaak, dille en komijn aan. De ca. 5 mm grote vliegen verschijnen meestal vanaf midden mei. Het afleggen van de eitjes begint vanaf eind mei en bereikt het hoogtepunt in juni. De eitjes worden op de wortelhals of in de directe omgeving van de plantjes in spleten in de grond afgelegd. De vlucht en de eiafleg van het plaaginsect kunnen zich over vele weken uitstrekken, wat de bestrijding aanzienlijk bemoeilijkt. De ca. 8 dagen na de eiafleg uitkomende, geelachtig witte maden vreten de roestbruine gangen in de bieten. Na een vreetperiode van 4-7 weken zijn zij volwassen. Hun lengte bedraagt dan ca. 8 mm. Zij verpoppen zich op enige afstand van de voedselplanten in de grond. Een tweede generatie verschijnt vanaf midden augustus. Deze kan vooral bij late wortels schade toebrengen. Overal waar de eerste generatie zorgvuldig bestreden is, treedt de tweede generatie minder op. Soms kan er in de herfst nog een derde generatie ontstaan. Overwintering vindt plaats als pop in de bodem, maar ook vaak als made in aangetaste wortels. Voor de hevigheid van de aantasting speelt het microklimaat in het gewas een grote rol, omdat de vlieg warme, beschutte gewassen met een hoge luchtvochtigheid prefereert voor het afleggen van haar eitjes. Teeltgebieden waar de wind goed bij kan, lopen daardoor veel minder gevaar.