Aardappelen
ABC-ziekte wordt veroorzaakt door het tabaksnecrosevirus (TNV), waarvan veel stamen voorkomen die allerlei gewassen aantasten. Bij aardappelen komt het virus slechts in bepaalde jaren plaatselijk tot uitbarsting. Partijen met geïnfecteerde knollen kunnen tijdens de bewaring geheel waardeloos worden. De ziekte gaat niet met het pootgoed over. Aangetast pootgoed is weinig kiemkrachtig. Er is weinig bekend over de vatbaarheid van rassen voor het aardappelnecrosevirus. ABC-ziekte is slechts in een paar rassen waargenomen.
Aantastingsbeeld
Alleen knollen vertonen symptomen. Er bestaan rasverschillen in gevoeligheid en symptoomontwikkeling. Knollen kunnen met verschillende ziektebeelden reageren, die respectievelijk het A-, B-, en C-symptoom worden genoemd. Het A-symptoom wordt gekenmerkt door uitpuilende blazen, zwartbruin van kleur en slechts enkele mm's groot. Tijdens de bewaring gaan deze over in het B-symptoom; oppervlakkige, soms ingezonken plekken. De aangetaste, zwartbruin gekleurde plekken kunnen overgaan in diepe inzinkingen. In de bewaring kunnen knollen bijna geheel verdrogen (mummificeren). Het C-symptoom bestaat uit op schurft lijkende lichtbruine plekken met stervormige barstjes of lichtbruine tot donkerbruine vlekken zonder barstjes.
Levenswijze
Het TNV komt bij veel planten voor, onder andere in boon (stippelstreep), tulp (augustaziek), tabak, komkommer, erwt en sla. Het virus wordt overgebracht door zoösporen van de schimmel Olpidium brassicae, waarvan de rustsporen (oösporen) vele jaren in de grond kunnen overblijven.