Alternaria solani, A. porri, A. radicina, A. brassicae, A. brassiciola, A. dauci
Alternaria-bladvlekkenziekte, vroeg bacterievuur
Relevantie
Van de koolgewassen wordt met name Chinese kool door Alternaria aangetast (spikkelziekte). Maar ook bij prei en tomaat kan aantasting door Alternaria zich zeer snel in een gewas verspreiden.
Bij tomaat: Alternaria solani (vroeg bacterievuur);
Bij wortel: Alternaria dauci (loofverbruining), A. radicina (zwartevlekkenziekte);
Bij kool: Alternaria brassicae, A. brassiciola;
Bij prei: Alternaria porri (purpervlekkenziekte).
Symptomen kool
Bij kool treden voornamelijk twee Alternaria-soorten op. A. brassicae is de belangrijkste. Deze veroorzaakt bijna rondachtige, meer bruine of grijze bladvlekken met een diameter van maximaal 15 mm. Oudere vlekken scheuren open. Daarentegen heeft A. brassiciola meestal veel grotere bladvlekken, die zwart van kleur zijn. Eerst treden aan de bladtoppen en bladstelen kleine, bruinachtige vlekken op, die het gezonde weefsel geelachtig begrenzen. Later worden de vlekken groter en donker. Aan deze vlekken heeft de ziekte zijn naam te danken. De donkere kleur wordt door de dichte sporenlaag van de schimmel veroorzaakt.
Ziekteverwekker kool
Onder optimale omstandigheden (boven 18°C en 85% luchtvochtigheid) worden door A. brassicae en A. brassiciola na 13 uur sporen gevormd. Voor infectie is het noodzakelijk dat de bladeren 5 uur lang nat zijn. De schimmel wordt door zaaizaad overgedragen. De zich op de bladvlekken bevindende sporen worden door regen, wind of teeltwerkzaamheden verspreid. De schimmel is ook in de grond op verrotte planten gedurende langere tijd levensvatbaar.