Fire blight white snot

Bacterievuur (witsnot)


Erwinia carotovora


Bloembollen


Witsnot ontstaat vooral bij regenachtig weer tijdens de rooiperiode. Direct na het rooien worden de bollen vanuit de top nat en rot. Het bolweefsel wordt glazig en krijgt een vuilwitte of geelachtige kleur. Bij een lichte aantasting kan de ziekte beperkt blijven tot een enkele bolrok. Meestal worden de bollen echter helemaal zacht en ontstat aan de top een schuimende vuilwitte massa. Na enkele weken komt het ziekteproces tot stilstand en verdroogt het aangetaste weefsel.


Op het veld kunnen planten ook worden aangepast, vooral onder vochtige groeiomstandigheden. De ziekte ontstaat met name bij planten die reeds beschadigd zijn. Ook planten die door Rhizoctonia solani zijn beschadigd worden gemakkelijk door de bacterie aangetast.


In loofbladeren van zieke planten kunnen donkergroene, natte, langgerekte vlekken voorkomen die vanaf de bladbasis omhooglopen. Bij een zeer ernstige aantasting valt de plant uiteindelijk om. Planten die tijdens het groeiseizoen worden aangetast, kunnen aan de top van de loofbladeren geel worden. In de kas ontstaan dezelfde symptomen waar de ziekte met het gietwater wordt verspreid.