Beetroot Rust

Bietenroest


Uromyces betae


Suikerbieten

Ziektebeeld

Al in het begin van de zomer kunnen op de bladschijven kleine, roodoranje tot bruinachtige puisten met een diameter van ca. 1 mm verschijnen, die roodbruine schimmelsporen bevatten. Zij worden meestal door een heldere (chlorotische) zone omgeven. Meestal treedt de ziekteverwekker pas op in de late zomer, tegelijkertijd met andere schimmelziekten zoals echte meeldauw. In het verdere ziekteverloop verwelken de oudere bladeren en sterven af; de jonge bladeren kroezen onregelmatig en vergelen langzaam.


Relevantie

De ziekteverwekker treedt in alle teeltgebieden op, echter in grote mate in gebieden met een hogere luchtvochtigheid. Meestal is er weinig economische schade. Op zaadbieten ontwikkelt de ziekteverwekker zich eerder dan op stekbieten.