Fusarium avenaceum, F culmorum, F. graminearum, F. nivale
Fusariumsoorten
Voornamelijk bij tarwe en gerst, ook bij rogge en haver.
Ziektebeeld: Infecties tijdens de bloei leiden door onderbreking van de voedingsstoffenvoorziening tot het afsterven van de korrels (witarigheid). Latere infecties leiden tot verschrompelde korrels. Op de zijkanten van de kafjes vormt Fusarium bij vochtig weer roodachtige sporenhoopjes. Aantasting van de aar met F. nivale is vaak te herkennen aan een diffuus bruine ring op de basis van de kelkkafjes. De zieke aren resp. delen van de aar worden later door zwarte schimmels gekoloniseerd.
Relevantie
Fusarium behoort vooral vanwege de aantasting van de aar tot een van de meest gevaarlijke ziekteverwekkers bij granen. Opbrengstverliezen ontstaan door vermindering van het korrelaantal per aar en daling van het drogekorrelgewicht. Kwaliteitsverliezen treden op door vermindering van de bakkwaliteit van het graan, door reductie van de prestatie van diervoeder ten gevolge van een lagere korrel- en eiwitopbrengst, en door de door Fusarium gevormde giftige stof (mycotoxine), die gezondheidsproblemen bij mensen en dieren kan veroorzaken. F. nivale is de meest voorkomende parasiet op zaaizaad. Hij vermindert de kiem- en groeikracht van het zaaizaad.