Seedling Diseases

Kiemplantenziekten (omvalziekte, zwartbenigheid)


Olpidium brassicae, Phythium debaryanum, Rhizoctonia solani, Fusarium spp.


Vollegrondsgroenten

Voorkomen

Komt voor bij meerdere soorten groenten, waaronder kool, koolrabi, erwten, komkommer, pompoen, meloen en sla.


Ziektebeeld

Het zaad komt onregelmatig op. De kiemplanten vallen om en sterven af. De wortelhals en de onderste stengeldelen zijn meestal bruin tot zwart gekleurd, vaak ook ingesnoerd. Het grondoppervlak is vaak met witgrijze, spinnenwebachtige schimmeldraden bedekt. Planten die de infectie overleefd hebben, gedijen slecht en leveren inferieure zaailingen. Deze ziekten worden in eerste instantie door verschillende bodemschimmels, zoals Olpidium brassicae, Phythium debaryanum, Rhizoctonia solani, Phoma- en Fusarium-soorten veroorzaakt. De op de plantenresten en andere organische stoffen in de bodem levende schimmels tasten van daaruit de kiemplanten aan en dringen het plantenweefsel binnen.


Veroorzaker

Overdracht kan ook plaatsvinden door beregeningswater, besmette teeltpotten en zaaizaad. Aantasting wordt bevorderd door een hoge temperatuur en luchtvochtigheid. In vollegrond zijn vaak ook lage bodemtemperaturen en de daaraan gerelateerde langzame ontwikkeling van kiemplanten de oorzaak van het vaker voorkomen van kiemplantenziekten.