Pseudopezicula tracheiphila
Roodvuur
In natte jaren treedt aantasting door roodvuur regelmatig op in ondiepe, steenachtige, humusarme, glooiende gebieden. Vermindering van het assimilatieoppervlak door afsterven van de onderste bladeren in de periode van de meeste groei leidt tot verzwakking van de wijnstokken. De bloemtrossen worden niet meer voldoende van voedingsstoffen voorzien, verdrogen en vallen af. De opbrengstverliezen kunnen tot wel 70% bedragen.
Ziektebeeld
Op de onderste bladeren verschijnen eind mei/begin juni eerst geelachtige vlekken, die later bij witte druivenrassen bruinachtig met gele rand en bij rode druivenrassen robijnrood met groene rand kleuren. De zieke plekken worden scherp door de bladnerven begrensd. Het zieke plantenweefsel verdroogt; bij ernstige infectie vallen de bladeren af. De bloemtrossen worden zelden aangetast, maar als dit gebeurt zijn kleine zwarte puntjes op de bloemen zichtbaar. In de late zomer kan de plant opnieuw aangetast worden.
Ontwikkeling van de schimmel
De schimmel Pseudopezicula tracheiphila overwintert in het oude loof van de wijnstok. In het voorjaar vormt de schimmel bij een goede bodemvochtigheid en temperaturen boven de 10°C op de bladresten vruchtlichamen. Door opspattend regenwater of wind komen de uitgeworpen sporen op de net uitgelopen bladeren van de wijnstok terecht. De sporen kiemen en kunnen actief op elke plaats het bladweefsel binnendringen. De schimmeldraden woekeren in de vaten, vormen een dicht mycelium en verstoren het transport van voedingsstoffen in het bladweefsel; aangetaste bladdelen sterven hierdoor af. De incubatietijd bedraagt 14-21 dagen, de optimale temperatuur voor ontwikkeling ligt tussen de 18-20°C. Roodvuur komt gewoonlijk alleen in bepaalde gebieden voor en wisselt van jaar tot jaar zeer sterk van plaats.